vrijdag 31 december 2010

Dag 5 : Van Koto naar Dhukur Pokari

5 uur wandelen, 600 m stijgen, slapen op 3240m

s' Ochtends vroeg zitten we met een monnik rond het houtvuur in de keuken. Vandaag is een speciale dag: Diwalli ! We verwijderen ons discreet en ontbijten in de dining room terwijl er laag gezang en drums te horen zijn vanuit de keuken. Er wordt een kolenkacheltje aangestoken met daarop verse dennetakken waardoor het huis zich vol witte rook vult. Een ritueel dat elke ochtend wordt herhaalt om het huis, de velden, de heuvels, de mensen, de dieren, de bergen, de rotsen, de bomen.... te zegenen. De pot wordt buiten op de stenen omheining gezet net zoals in alle andere huizen en over het hele dorp stijgen witte rookpluimen naar de hemel. Tibetaanse bhoedisten geloven dat alles ooit je moeder was en daarom gerespecteerd en geeerd moet worden.
We worden uitgewuifd door het zoontje van het gezin, die met wangetjes vol snot en dezelde vuile kleren als gisteren door de modder waggelt. Aan het eind van het dorp registeren we ons bij de checkpoint om niet veel later aan te komen in Upper Pisang, een groter dorp met meer toeristen en minder gezellig. We zijn blij dat we in de nacht in Koto hebben doorgebracht.
We wandelen door eindeloze dennebossen. Soms naast de rivier in de vallei, soms hoog boven de bergkam. Ik heb er zin in vandaag ! De vallei wordt zo smal dat het pad uit de rotsen werd gedynamiteerd met een prachtig zicht op een rotswand in de vorm van een halve ronding van een ampfitheater. De gitzwarte wanden perfect glad en de bovenrand zo scherp als een mes. Op de top van een zware klim door een dicht dennenbos raken we aan de praat met 2 oude mannetjes met een juwelenstandje. De grote zak wiet tussen de bhoeddabeeldjes en gebedsmolens is een goed aankopingspunt voor een gezellig gesprek en we gieren samen van het lachen bij het aanzicht van de rood aangelopen toeristen die zich vloekend een weg naar boven puffen. We worden uitgenodigd om mee te eten van de pot dhal bat die op het vuur staat te prutelen maar we hebben nog een hele weg voor de boeg. We bedanken hen, heisen onze bagage op onze rug en worden op ons pad vergezeld van hun hond die in de schaduw op ons wacht als we wat trager wandelen. Na een lange afdaling komen we in Pokari. Het is er zo gezellig en zonnig dat we besluiten om er te blijven. Ons houten kamertje lijkt net een mini chalet. Alleen de verwarming ontbreekt. Zonder rugzak klimmen we hoger op het pad, een perfecte oefening om te aklimatiseren en minder vatbaar te zijn voor hoogteziekte. Het landschap hier is droog, vreemd, desolaat... en tussen de weerbarstige struiken staan ruïnes vab oude stenen huizen. Bizar maar toch mooi. Als we terugkeren naar het dorp zijn alle logdes, restaurants en winkeltjes verlaten. Enkel in de keuken van onze lodge brandt nog licht. We treffen er een moedige achterblijver aan die onze kok en gastheer is samen met 6 andere toeristen. Om onze gastheer te ontlasten bestellen we met z'n allen hetzelfde gerecht. In het gezelschap zit een Zwitsers-Uruguajaans koppel ( of hoe heet zo iemand ?) die gypsie muziek maken en plannen hebben om in lokale nepalese pubs op te treden, een gekke 64jarige Duitser die per fiest van Caïro naar Nepal fietste. Verder nog een Fransman die in 2 dagen dezelfde afstand wandelde als wij op 5 dagen en een hilarische Italiaan die enkel Italiaans mompelt. Plezier verzekerd !

maandag 20 december 2010

Dag 4 : van Bagarchhap naar Koto

5 uur wandelen, 500m stijgen, slapen op 2640m


We staan om 5u45 op, om de vele gasten in het hotel voor te zijn. Wat jammer genoeg niet lukt. Blijkbaar waren we niet alleen met dit schitterende idee... We beloven onszelf om de rest van de trekking in kleinere, minder drukke dorpen te slapen. Geen chaos meer aant het ontbijt, geen wachttijden aan de douche, geen stress meer ! En meer contact met lokale mensen.
Ook vandaag ziet het landschap er weer helemaal anders uit. De bossen bestaanvolledig uit dichte dennebossen. Het is moeilijk om op gang te komen en mijn ritme te vinden met een maag vol warme muesli en stramme spieren. We zijn gisteren te diep, te ver, te zwaar gegaan. Vandaag betalen we de prijs. Na een twee uur lange klim als ontbijt worden we beloond met het eerste echte uitzicht op een paar besneeuwde pieken, met gletsjers. Waarna het pad opnieuw een steile helling volgt. Mijn doorzettingsvermogen wordt op de proef gesteld. Gelukkig zorgt de 'scenery' voor mooie afleiding. Alles wordt hier groter : de bergen, de valleien, de bomen, de denneappels, de raven en de caravanen ezels met zakken appelsienen, rijst of aardappelen op de rug. We leren al snel om tegen de bergwand te staan ipv aan de gapende afgrond als je niet op de bodem van de vallei wil eindigen als zo'n caravaan met ezels je inhaalt. Af en toe kruisen we trekkers uit de tegenovergestelde richting. Zij doen de Annapurna Circuit in de tegenovergestelde richting en hebben de Thorung La, DE pass van deze trekking, al beklommen. Velen zien er moe uit, met verbrande gezichten en opengesprongen lippen. Anderen zijn mooi gebruind door de hoogte zon en zijn in opperste stemming. Benieuwd hoe wij erbij zullen lopen !
We laten ons voorbij steken door een horde trekkers alsof er een trofee aan het einde van de dag te verdienen is. Iedereen wil vanavond Chame bereiken. Dus.... stoppen wij in Koto om er te genieten van de hervonden rust en vrijheid zonder strevers en onzin kakelende toeristen. We herleven onder een stralend zonnetje op een kleine heuvel met een prachtig zicht op de besneeuwde toppen van Pisang Peak. We zijn er belange nog niet !
Ook onze lodge heeft een zonnige binnenplaats en ademt rust uit. Onze was ligt de drogen op de stenen omheining. Grootvader zit op een stoeltje tegen de warme buitenmuur en prevelt gebeden over zijn glanzende rozenkrans. En zijn dochter zit verderop en duffelt haar 21 dagen oude baby onder een stapels dekens. Ook onze kamer is super gezellig. We nemen een warme douche en doen een gigantische was met WARM water ! Nu hopen dat alles droogt tegen morgen...
s' Avonds mogen we meeschuiven aan het open vuur in de keuken. Het wordt steeds kouder en met slechts 2 gasten is het onnodig de eetzaal te verwarmen. Net zoals vroeger koken ze en verwarmen ze met hout. Niet meteen milieuvriendelijk maar wel gezellig. Opa zit met kleinzoon op schoot. Ma en pa maken deeg voor chappati's en brouwen Masala Tea met veel suiker. We gaan vroeg slapen en trekken het deken tot over onze oren.

Dag 3 : van Chamche naar Bagarchhap

6 uur wandelen, 940m stijgen, slapen op 2160m
Vanacht sliepen we in Bagarchhap in de mooiste en gezelligste kamer die we tijdens deze trekking zullen tegenkomen. Toch heb ik maar een halve nacht geslapen. Die gekke Fransman heeft mijn hoofd zot gekregen met verhalen over bedvlooien ! We hebben het hotel gedeeld met een horde Engelsen van een georganiseerde trekking, wat wachttijden opleverde voor het avondeten, het toilet, geen warm water meer in de douche en zelfs het afrekenen s' ochtens aan het ontbijt duurt tergend lang. Een feit waar we volgens Serge op hadden moeten anticiperen en dus worden we op het matje geroepen waarom we 20 minuten later dan afgesproken vertrekken. Iets vertelt ons dat we niet lang meer zullen samen reizen.
Elke dag van de trekking verandert het decor waarin we wandelen. De rijstvelden maken plaats voor bamboebossen en de tropische vegetatie gaat langzaam over in dennen en sparen. Voetje voor voetje klimmen we de bergen in. Onze spieren moeten nog wennen aan de 8 kilo zware rugzak op onze schouders dus moeten we af en toe op adem komen terwijl we genieten van het uitzicht. De dalen worden steeds dieper, terwijl de valleien steeds smaller worden. Soms lijkt het wel of je de bergen bijna kan aanraken, zo dichtbij lijken ze. Watervallen donderen naar beneden en worden ondergrondse rivieren. En het landschap ligt bezaaid met reusachtige rotsblokken. Dit lijkt wel bolder-paradijs. Jeremy zou hier heel gelukkig zijn ! :-) Plots opent het landschap zich tot een enorme vlakte, ingesloten door vertikale rotswanden aan de ene kant en de meanderende rivier aan de andere kant. Het pad loopt dwaars door de vlakte met aan beide zijden honderden meters lange zandbanken waar je rustig zou kunnen zonnebaden. Maar het pad roept.... Na het zand lopen we over een zee van perfect ronde keien. Het is meer duidelijk waar het pad juist loopt en we zakken tot boven onze enkels in de keien. In het midden van de vlakte ligt een klein dorp dat veel weg heeft van een Amerikaanse 'outpost' waar je net als in de Westerns van paard kan wisselen. Overal wapperen Tibetaanse vlaggen in de stevige wind waarbij de gebeden die erop geschreven staan tot bij de goden gevoerd worden. We draaien als echte pelgrims aan de gebedsmolens, met daarin boeken vol zorgvuldig geschreven gebeden en hopen op een veilige tocht. In tegenstelling tot de lager gelegen Hindu dorpen wonen hier vooral Boedhisten. Op de terrasvormige velden groeit maïs en aardappelen en in de verte krijgen we af en toe een voorproefje van één van de Annapurna toppen te zien. Serge wil nog een laatste klim maken naar het volgende dorp, Danaqyu. Maar daz er eentje te veel dus stoppen we in Bagarchhap. Na 2 Dal Bhats en extra chappati's, een reuze maaltijd, slapen we als roosjes.

zondag 19 december 2010

Dag 2 : van Bahundanda naar Chamche

6 uur wandelen, 420m stijgen, slapen op 1385m

We reizen samen met een oudere Fransman, Serge. Hij heeft de Annapurna Circuit al drie keer rondgewandeld. En ook Everest Mountain heeft hij al twee keer beklommen. Hij is 69 jaar maar het is moeilijk zijn tempo bij te houden. Hij heeft een ijzeren conditie ! We hebben een date met hem. Dus staan we om 6 uur op en gaan om 7 uur op pad. Let's hit the road !
Het is te koud om s'ochtends te douchen. Dus doen we een kattewasje aan de drinkplaats van het dorp en eten muesli met warme melk als ontbijt. We zullen onze energie nodig hebben !
Het landschap glooit zacht tussen de goudgele rijstvelden, de groenige rivieren met ijskoud bergwater en dorpje die slechts een vijftal huizen groot zijn. Overal zie je watervallen, stroompjes, kanaaltjes.... alles staat hier in het teken van water. Echte wegen vind je hier niet, slechts het pad waarop we lopen. Alle bouwmaterialen worden dus te voet naar boven gedragen. We worden voorbij gestoken door porters met ijzeren balken, rollen electriciteitskabels, satelietschotels en zelfs electriciteitspalen op hun rug. "Development" is ook in deze afgelegen streken niet tegen te houden en er wordt een hoge prijsvoor betaald. Vele trekkers klagen over deze ontwikkeling en zijn niet te spreken over de weg die aan de andere kant van de rivier uit de rotsen wordt gedynamiteerd. De weg moet tot in Jomsom reiken, een stad op zo'n twee derde van de trekking. Velen vrezen dat dit het einde van deze trekking betekent, net zoals aan de andere kant van de pass. Het trekkingspad heeft er plaats moeten ruimen voor een geasfalteerde weg waar bussen, traktoren, jeeps en minibusjes langs de trekkers scheren, hen knarsetandend achterlaat in wolken opwaaiend stof of hen bijna in de afgrond rijdt. Velen vermijden dit deel van het pad en nemen nu de bus of het vliegtuig. Lodges en restaurant sluiten en velen verloren hun inkomen. Maar ook Nepalesen willen een GSM, stromend water en electriciteit...
In vergelijking met andere trekkers zijn we onvoorbereide amateurs. We sleuren niet met downjackets, geavanceerde regenkledij, sneeuwbotten en trekkingsstokken met veringen. We kopen daarentegen een bamboestok bij de plaatselijke bamboeboer en betalen één tiende van de prijs. Een handig derde been om over de vele landverschuivingen te klauteren langs gapende afgronden waar je beter niet te lang naar beneden staart. Toch is het ook goed om af en toe rond te kijken. Net over de rand van het pad staat het vol brandnetels EN.... wietplanten zo groot als een volwassenen persoon. Plukken, drogen en..... uitdelen ! Tja... wij zijn hier voor de sport zenne !

Dag 1 : Van Besi Sahar naar Bahundanda

7 uur wandelen, 510m stijgen, slapen op 1310m

Te pas en te onpas worden we ermee om de oren geslagen, maar we nemen geen gids en/of geen dragers. We willen op eigen houtje over de pass geraken. Een serieuse test voor de fysiek, het uithoudingsvermogen of hardnekkige koppigheid voor een ongetrainde ziel als ik. Ik haat zweten. Tenzij het in de sauna is. Ik vrees dat ik niet goed weet waaraan ik begin maar daz misschien mijn redding. We zien wel ! En vooral.... we hebben massa's tijd, geen schema, geen plannen.
We zijn nog maar pas vertrokken en lopen al een paar keer verloren. Als dat maar goed komt. Het pad kronkelt op en neer langs gezellige Gurung dorpjes temidden van groene rijst terrassen en subtropische bossen aaneengeregen door ijzeren hangbruggen over rustig stromende rivieren. Er is nergens lawaai. Enkel de natuur en 2 wandelaars. We houden halt in Bahundanda en slapen in ons eerste bedje op deze trekking in een super gezellig guesthouse. Een beetje primitief maar de ontvangst is warm en het is leuk om te proeven van het dagelijkse leven van eenvoudige Nepalese boeren.

zaterdag 18 december 2010

Besi Sahar

Na een bezoek aan een informatiepunt rond trekkingen en de nodige aankopen ( Hoezo... pillen om je drinkwater te zuiveren ? En hoogteziekte is echt dodelijk ? ) nemen we de bus naar het beginpunt van onze trekking : Besi Sahar. De beloofde microbus in het reisbureau lijkt helemaal niet op de veelbelovende foto's en blijkt een oude roestige lokale bus te zijn waar soms veel te veel volk op zit. De bedelende kinderen in het busstation zijn verdomd hardnekkig en kampen zich minuten lang vast aan mijn been. Het is moeilijk niet te plooien voor hun medelijwekkende blikken en klaagzangen.
Volgens de Lonely Planet zou er een weg aangelegd zijn tot halfweg Besi Sahar maar daar is weinig van te merken. De weg is hobbelig, stoffig en bochtig en we komen slechts moeizaam vooruit. We arriveren net voor het donker en nemen een kamer recht tegenover de plek waar de bus tot stilstand komt. We willen een bed ! We zijn moe en willen morgenvroeg fris zijn om onze trekking te starten : een tocht van gemiddeld 16 tot 20 dagen, rond een bergketen, de Annapurna's. De top van de hoogste berg, de Annapurna I, is 8091m hoog en is een van de hoogste passen ( 5416m ) waar je overheen kan zonder te klimmen. Het kan warm zijn. Het kan bitterkoud zijn. Het kan regenen, sneeuwen, hard waaien en -25° worden. Dat beloofd !

Katmandu : dag 2

Het is tijd om wat cultuur op te snuiven, iets wat we beter doen zonder Phil :-) We bezoeken Durbar Square ( een oud stadsdeel vol tempels en oude gebouwen) en raken niet uitgekeken op de marktventers, de theestalletjes, de bedelaars, de opdringerige gidsen, pelgrims en opzichtig geschminkte saddu's vanop de hoogste treden van een van de trapvorminge tempels. We bezoeken het huis van de Koemari, een jong meisje dat tussen haar 3 en 11 jaar wordt uitverkozen als de koninklijke levende godin op aarde. Na een strenge selectieprocedure wordt het meisje samen met haar familie afgezonderd in dit huis waar ze slechts 1 maal per dag, op een voorgeschreven uur aan het raam mag verschijnen. Na haar eerste menstruatie verleist ze haar godelijke status en keert ze terug naar het stervelijke leven. Velen sterven een ongelukkige en eenzame dood aangezien trouwen met een Koemari ongeluk brengt.
We wandelen door Freak Street waar nog weinig sporen zijn van de hippies die ooit in deze straten en stegen woonden als een soort chinatown tussen de Nepalesen. S'Avonds worden we overgeleverd aan Phil die ons meetroont in het nachtleven van Katmandu. Een ander Katmandu dat er ook mag wezen.

Katmandu : dag 1

Katmandu ziet er helemaal anders uit in het daglicht. Het lijkt helemaal niet op een hoofdstad zoals wij die kennen. Het lijkt eerder een gigantisch dorp. De bochtige straatjes en smalle steegjes vol stof zijn net niet breed genoeg om 2 auto's naast elkaar door te laten en worden bijna opgeslokt door kraampjes, overvolle winkeltjes met souveniers en trekkingsmateriaal, en rood en geel versierde tempeltjes. Overal rijden matchbox taxis toeterend tussen de horden mensen, honden, brommers en wolken uitlaatgassen. Een uurtje slenteren door Thamel levert je een pijnlijke keel en hoofdpijn op. We verhuizen van hotel, eentje met goedkopere kamers en een mooi dakterras vol bloemen. Vroeger zou je van hieruit Mount Everest moeten kunnen zien. Tegenwoordig is er echter te veel smog. We zullen moeten wachten tot de trekking om van de bergen te genieten.

Rondleiding in Katmandu
We zijn nog maar een paar uur in Nepal en we ontmoeten Phil, onze vaste buur op Dour festival. Een geflipte Franse kramer met magic mushroom drankjes om uren te kunnen doorgaan en grappig klinkend Engels. Hij neemt ons op sleeptouw en neemt ons mee naar de leukste en lekkerste restaurants, leert ons de Do's and Don'ts en introduceert ons in zijn vriendenkring: jonge en oude Franse rakkers, Nepalese mafketels, plaatselijke maffia en lokale rocksterren. Welkom in Katmandu ! We spelen tot een gat in de nacht jeu de boules, drinken Pastis en roken charas. Het leven is hier mooi !

Hier zijn we weer !

Ik heb jullie nu wel lang genoeg op jullie honger laten zitten hé... :-) We zijn over de helft van onze reis en ik heb nog steeds geen resiverhalen gepost !!!!Niet dat het de bedoeling was dat jullie ongeruste mailtjes zouden sturen ( zo leer je wie je vrienden/lezers zijn ;-p ) of nagelbijtend voor de pc zouden zitten. The thing is : om gewicht te sparen hebben we met spijt in het hart besloten om onze laptop achter te laten in Bangkok. Maar niet getreurd.... We zijn ondertussen terug van ons Nepalese reis, wisselden van winter- naar zomerbaggage en zitten nu, met de laptop, op het strand van Lipe. Nepal ligt ondertussen een week ver in ons geheugen.... Een heel ander verhaal. Hoe alles begon ???....

Bangkok – Katmandu
We keren terug in de tijd, naar oktober.... We hebben ondertussen 2 weken Bangkokshopping achter de rug en zijn blij andere oorden te kunnen bezoeken : Nepal ! En hoe kan het ook anders : de goedkoopste vlucht die we konden vinden richting nieuw avontuur, een Bangladese kut vliegmaatschappij heeft 2 uur vertraging. TV kijken in de terminal van de luchthaven van Bangkok is nog wel ok, maar het is afwachten of onze aansluitende vlucht vanuit Dhaka naar Katmandu zal willen wachten. Vier uur later dan gepland en na een nachtelijke wandeling over de startbaan van Dhaka stappen we opnieuw op in het zelfde vliegtuig. Gelukkig voor ons werd ook deze vlucht uitgesteld en kijken de overige 245 passagiers niet te kwaad, zich onbewust van het feit dat wij de reden zijn voor deze vertraging.
Het is na middernacht, plaatselijke tijd, als we landen in de ouderwetse luchthaven van Katmandu en we zijn verbaasd als onze baggage heelhuids van de band rolt te midden van de chaos. Buiten aan de taxistand vinden we een chauffeur die niet teveel naar de drank ruikt en een redelijke prijs vraagt om ons naar DE toeristenbuurt van de hoofdstad te brengen : Thamel. Na een dolle rit door het centrum en het kalmeren van onze dol geworden medepassagier vinden we een veel te duur maar proper hotel met een vriendelijke concierge. “Hebben jullie honger? Nee ? Daz dan heel goed, want het restaurant is toch dicht !”. “En in welke munteenheid zouden jullie graag willen betalen ? Tja, daz jammer, ik aanvaard enkel roepia !”

dinsdag 26 oktober 2010

Shop till you drop - Bangkok

We zitten nog steeds in Bangkok. Inkopen doen voor de zaak. Tja, en wat voor spannnends doen we dan ? Veel valt er niet over te vertellen. In grote lijnen ? Miniwolkenkrabbers vol rommel bezoeken; discussiëren over prijzen; nieuwe items zoeken in de vele shoppingscentra en markten ( op elk uur van de dag kan je hier shoppen ) en kilometers vreten per taxi, de boot of ( en vooral ) te voet.
Onze smaaktpapillen wennen ondertussen aan spicy food, flets bier en rijst als ontbijt. En ook onze woordenschat Thais wordt weer opgefrist.
Momenteel is het low season dus de temperaturen zijn dragelijk. Af en toe schijnt de zon en het nieuws vertelt geregeld over overstromingen door de hevige regenval. Wat ons betreft : dit is ideaal shopping weer en iedere airco is een aangename afwisseling.
Ondertussen hebben we de inkopen voor King Cobra afgerond en hebben we wat vrije tijd om... opnieuw te shoppen !!! Deze keer voor onszelf : wat leuke spullen voor in huis en dingen die we thuis vergeten zijn. Kamelenvet heb ik ondertussen nog niet gevonden :-)
We doen ons af en toe te goed aan Thaise massages. In ons favouriete massagesalon staan we ondertussen bekend als Mister Plastic ( omwille van Olli's zwakke of gescheurde schouderligamenten ) en Miss Stone ( omwille van mijn stijve rugspieren en vele stressknobbels ).
Overmorgen nemen we het vliegtuig naar Katmandu via Bangladesh. Omdat het hoogseizoen is in Nepal zou een hotel vinden moeilijker kunnen zijn dan we denken. Oktober is de ideale maand om trekkingen te doen dus hebben agencies en tour operatoren alle hotels volgestouwd met avonturiers en ambitieuze expeditieleden. Dit wordt fun ! :-)
Na een paar dagen Katmandu zouden we per jeep of per bus doorreizen naar Besisahar om rond de Anapurna ( 8091m ) te trekken. Hoe en wat zien we ter plekke wel. Omdat trekken met een laptop op je rug nogal onhandig is en we slechts een minimuum aan baggage willen meenemen zullen we een tijdje niet online zijn. Geen paniek dus als je een tijdje niets van ons hoort... Wat wel in onze rugzak past ? Een trekkingsbroek, thermisch ondergoed, een fleecetrui, 3 paar kousen en 3 onderbroeken, een goeie waterdichte jas en een slaapzak. Verder een minimuum aan toiletgerief, een zakmes, wat medicijnen, een telefoon en goeie schoenen. Meer willen we niet dragen ! :-) Vele groetjes voor iedereen en tot later !

donderdag 4 februari 2010

Koh Kradan

Hoewel dit eiland een nationaal park is, zijn hier een tiental resorts te vinden. Prijzen zijn duur maar het koraal, het mooie strand en de prachtige kleur van het water zijn fantastisch dus moeten we op zijn minst toch een paar dagen blijven. We huren nog eens een kajak, varen rond het eiland en bewonderen het koraal dat metersdiep en glashelder onder ons door schuift. We kajakken scholen vis achterna, varen tussen gigantische rotsen en lopen op maagdelijk wit strand dat alleen via de zee te bereiken is. Op het hele strand vind je geen enkele (voet)afdruk in het zand en dus wanen we ons even op een onbewoond eiland.
Omdat het bijna volle maan is zijn de getijden sterk, wat snorkelen soms tricky maakt maar vooral veel spektakel oplevert. Bij eb trekt het water volledig weg en ligt de hele atol droog. Het lijkt we alsof je over land en zee terug naar Koh Mook kan wandelen.
We komen ook Belgen tegen die (toevallig of niet) vrienden van vrienden zijn. Bij deze heeft iedereen de groeten van Ward en Cindy uit Lokeren. De wereld is een dorp. En Lokeren ook ! :-)

Koh Mook

Dit eiland krijgt de perfecte introductie. Halverwege de oversteek van Koh Ngai naar Koh Mook meldt de bootbegeleider dat we een tussenstop maken in de Emerald Cave ( we zitten blijkbaar op een snorkelboot) en als we zin hebben mogen we gratis mee in de grot. Super toch ! Met 30 man dobberen we voor de ingang van de grot : Chinese, Japanse en Thaise toeristen spartelend MET zwemvest; Thaise begeleiders in onderbroek of half vergaan duikpak, zich vast klampend aan borden isomo of reddingsboeien; waarachter nog eens 3 à 4 paniekerige toeristen hangen, wild om zich heen slaand alsof er haaien en piranha's in het water zitten. Grappig als je weet dat deze Thai, net als zovelen, niet kunnen zwemmen en de boei niet alleen gebruiken om de toeristen door de grot te slepen, maar vooral om zelf niet te verzuipen. Chaos alom ! We kunnen het niet laten om het woord “shark” te laten vallen, dat als een echo door de menigte gaat. Hilarisch ! Maar de Thai hebben hier geen tijd voor. Straks komt de volgende boot bezoekers. Dus zwemmen we door een opening in een torenhoge verticale wand en onder een rots door, in super mooi blauwgroen water. Eens in de grot wordt het elke centimeter donkerder en donkerder. Het schaarse licht dat door het water in de grot schijnt maakt de kleur van het water en de vele vissen erin adembenemend. We zwemmen in colonne de grot in, terwijl we spartelende voeten en armen van voor- en achterliggers proberen ontwijken. Tot er na een paar bochten weer licht door de tunnel schijnt en uitmondt in een prachtige lagune : een gigantische koker met loodrechte rotswanden. Alsof je op de bodem van een holle krater staat met bovenaan het zicht op een perfecte cirkel blauwe lucht en het regenwoud dat over de randen naar beneden groeit. We zwemmen een beetje rond in het water van de lagune, voelen het witte zachte zand van het sikkelvormige strand en lopen tussen de bomen van de mini jungle dat erachter ligt. Een perfect romantische microkosmos... indien hier geen 50 andere toeristen voor elkaars lens in de weg zouden lopen.
Koh Mook is een gezapig eiland met 2 toeristenstranden, basic tenten, bungalows en overdreven luxe resorts. Een groot deel van het eiland is ontoegankelijk met haar steile kliffen en limestone bergen begroeid met dichte jungle. De lager liggende heuvels brengen je via een pad door de rubberplantages van het ene naar het andere strand ( aan de andere kant van het eiland), en doorheen een bizar moslimdorp op stelten boven een moeras. Hier en daar vind je nog mangrove. Gelukkig zijn hier naast de dure fancy restaurants ook lokale eethuisjes waar je tegen een eerlijke prijs lekker Thais en spicy kan eten.
Onze eerste bungalow is een echte beestenboel. Smiddags bewoont een familie apen de boom naast onze hut en vallen de resten van vruchten en kokosnoten uit de lucht, terwijl de vleermuizen onder het dak zich nog een keertje draaien na een nachtje stappen. En snachts houden de muizen een feestje achter de muren en het plafond. Ach, als je op een eiland wil slapen dat deel is van een Nationaal Park dan hoort dit er gewoon bij. Verder ontmoeten we varanen, kikkers en een slang in de tuin voor onze hut.
We huren een kajak en varen rond de steile kliffen van het eiland. We ontdekken een kleine baai met een leuk strand, bezoeken de Viking Cave EN de Emerald Cave voor een tweede keer. We moeten wachten tot het eb wordt om met de kajak door de grot te kunnen manoeuvreren en zijn bovendien een zaklamp vergeten. Lekker spannend in het donker maar wel de moeite : deze keer hebben we de lagune voor onszelf en voelen we ons als de piraten die deze grot ontdekten om hier hun schatten te verstoppen.
We charteren ook een longtail van een visser uit het dorp om te snorkelen. Het is de kleinste longtail die we ooit hebben gezien en zijn motor lijkt op een verroeste grasmachine. De bootman spreekt geen woord Engels maar hij grijnst breed en met wat gebaren en wederzijds respect verloopt alles prima. We stippelen zelf een trip uit en varen naar Koh Ha, Koh Chuak en Koh Kradan. Het snorkelen is super en we zien zowat alles wat we zouden zien bij het duiken. Bovendien is Koh Kradan een nationaal park. Zowel de onder- als de bovenwater fauna en flora worden beschermd wat te zien is in grote scholen reuzevis ( gigantische pufferfish !!) en een enorme variëteit aan koraal. We zijn volledig onder de indruk en beslissen om later terug te keren.
We proberen een duik te versieren maar er zijn niet genoeg kandidaten dus schuilen we overdag in de schaduw van de bomen op het strand, zoeken verkoeling in de zee en doen wat Pilates oefeningen om onze buikspieren scherp te houden. En we sluiten de dag af met een zonsondergang en een lekkere curry in ons favoriete famillierestaurant.

zondag 24 januari 2010

Koh Ngai

Nog voor we voet aan wal zetten, is het ons duidelijk : Koh Ngai is een wild eiland. Slechts een klein deel van het eiland is toegankelijk ( de rest is jungle), er zijn geen wegen en behalve de resorts en de bungalows is er geen bewoning. De pier is eigendom van een resort met privéstrand. En als je naar de andere stranden wil ( slechts 3) dan betaal je 300 bath voor een longtail taxi ( een gemotoriseerde vissersboot) OF je belt het resort waar je een boeking hebt om je gratis te laten oppikken. Wij hebben en willen geen van beiden dus klimmen we langs de rotsen ( het is gelukkig eb) over een grillig pad vol grote varanen naar het volgende strand, waar luxe resorts met chique bungalows en stevige prijzen elkaar proberen overtreffen. Wij versieren een tent op het strand en betalen 8 keer minder, voor een beter uitzicht. Omdat de bikini-fotoshoot op het strand ons niet lang kan boeien (het model blijft maar op en neer lopen over dezelfde meter strand) volgen we het (enige) pad, knal door de jungle naar Paradise Beach waar de tijd lijkt op te houden. Verder ligt het hoofdkwartier van het National Park, waar ze in alle richtingen wijzen als ik vraag hoeveel de toegang tot het park kost – ze spreken dus geen woord Engels) en volgen we de weg naar het viewpoint waar je in de open vlakte levend gekookt wordt door de zon, terwijl je meters onder je en in de vier windstreken, niets anders ziet dan zee. Met een rondje joggen op het strand, een paar pilates oefeningen en een stevig ontbijt luieren we op het strand, liggen we in de hangmat (die het personeel speciaal voor ons ging kopen) of schommelen we in de schaduw van de bomen, om de dag af te sluiten met wat frizbeeën en een paar baantjes ( zwemmen) in de zee. Verder hebben we ons plezier met de toekans die elke avond vanuit de jungle naar het strand komen om er zaden te eten van de boom die naast ons tent staat. We voelen ons al lang niet meer schuldig om niets te denken en niets te doen. Golfjes en sterren kijken is meer dan genoeg !

Koh Lanta

De eerste dag op Lanta lopen we een beetje verloren. We vinden onze tent nog steeds leuker dan de kamer waarin we nu logeren en vinden het verschrikkelijk stil zonder klinkend servies, muziek en maatjes om ons heen. Maar na een dagje rondtoeren op het eiland ( straatje in, landweggetje uit) vinden we "onzen draai" : een ruime bungalow, met ijskast, in Funky Fish ( dus ontbijten we met vers fruit op ons terras) en een duikshop uitgebaat door twee maffe Hollanders ( Mark en Mattijs) die tijdens het laagseizoen werken op olieplatforms. We duiken op alle topplekken in de buurt : Koh Ha, Koh Bida, Koh Phiphi, Hin Muang, Hin Daeng... De duiken hier zijn anders maar even mooi als vorig jaar in Gili. Ian, onze Engelse duikmaster en voormalig krapultje in de Londense buitenwijken, is een relaxte kerel (geworden) die nog steeds graag pinten drinkt voor en na de duiken en die ons de tijd en ruimte geeft om elk koraaltje, elk visje en elke schelp van dichtbij te onderzoeken. We hangen beweegloos boven een manta shrimp die een schelp probeert open te breken, gaan op ons hoofd hangen om in holtes te kijken, zwemmen tussen gigantische rotsen onder water (swim throughs) en navigeren door onderwatergangen (chimneys) zonder het koraal te raken of zand op te wellen (jammer voor diegene die achter je zitten). We zien lionfish, scorpionfish, cutlefish, gigant groupers, blue spotted stingray, nuddibranches, stonefish, jelly fish, turtles, giant morays, triggerfish, nemo's (anemonfish), grote scholen tonijn, snappers en baracuda... en de kleintjes onder de grootsten : blacktip reefsharks en leopard sharks. Het grote spul krijgen we niet te zien : geen manta's en whalesharks voor ons.
Zoals de 'echten' spreken we op een avond na het duiken af in de O-Zone, de hangaround pub voor duikmasters en duikinstructeurs, waar het bier en dierlijke behoeften duidelijk voelbaar zijn, waar Thaise vrouwen meestal geen vrouwen zijn en de House platter wordt met de schuivende maan. Koh Lanta is al bij al toch nog een leuke plek :-)
Maar onz dagen vakantie korten en met nog 5 eilanden in 25 dagen te gaan ( ola, this sounds like a plan ! ), moeten we een beetje opschieten. We houden het dus bij één nachtje feest !

Koh Lipe

Nieuwschierig en uitgelaten naderen we Koh Lipe. We herkennen de omliggende eilanden, de blauwe heldere zee, de palmen op het strand... We zijn er bijna! Een paar knuffels en zoenen later zitten we op de veranda van Sunrise Beach restaurand Thaise ice tea te slurpen samen met Kong en Sara. Het is leuk om iedereen terug te zien, oude verhalen op te halen, nieuwtjes te horen, nieuwe vrienden te maken en te genieten van Sara's onovertreffelijke kookkunsten. De volgende dag verhuizen we van onze comfortabele bungalow naar een driepersoons tentje naast Sara's restaurant . We kiezen een plekje tussen de moestuin en het strand en horen, zien en ruiken de zee vanuit ons bedje. Een strakke zeebries maakt het opzetten van de tent behoorlijk hilarisch en het hek is helemaal van de dam als Olli bij het slaan van een picket de waterleiding raakt en ons plekje veranderd in een zanderige modderpoel. Kwestie van goed mikken ?
De tijd vliegt voorbij ( zo gaat dat als je het naar je zin hebt) en al snel is het Kerstmis. We worden door Kong en Sara uitgenodigd om samen met hen en Bao ( de boatdriver) Kerstmis te vieren. Ze hebben totaal geen benul van wat Kerstmis inhoudt ( wie wel nog) maar iedereen vindt het een uitstekend excuus om een fles Sangsom met limoen te kraken en lekker Thais te eten ( authentieke gerechten die niet op de kaart staan en heter zijn dan wat de meeste toeristen aankunnen).
In ruil voor hun gastvrijheid, ons gratis verblijf, en de extra mango in de fruitsla helpen we Sara en Kong in het restaurant. We dienen af en toe op, ruimen af, nemen orders op, zetten koffie, geven de moestuin water en maken reclame voor de snorkeltrips die ze organiseren. “Tussendoor” hebben we massa's tijd en genieten we van het strand, de zee, de koraalriffen voor het eiland spelen we freesby of luieren we in de hangmat met een goed boek. Als het hard waait lenen we de kite van Kong. En als het regent kijken we dvdjes of Planet Earth reportages op de laptop. Het zal moeilijk worden om hier weg te gaan !
Duiken doen we met een kleine Thaise duikshop (vrienden van Kong). Meestal gaan we met z'n vieren op pad : de duikinstructeur ( Cheorgé de Mexicaan of Yid, de Thaise eigenaar van de shop), de boatdriver (een echte chawlee -zeezigeuner- die graag een ommetje maakt langs één van de illegale Chawlee kampen voor een fles zelfgebrouwen rijstwijn) en wij, als enige duikers. Tussen de eerste en de tweede duik meren we aan op kleine eilandjes met liefelijke stranden om er te rusten/slapen op bananenblaren, vers gevangen vis, tribal style gebarbequed, te eten en krabben te vangen. Dit is vakantie op zijn best !
Ook Nieuwjaar vieren we in stijl. Naast ons bescheiden tentje kamperen nu ook vrienden van Kong en Sara. We leren een mondje Thais bij, spelen met hun kinderen en helpen met z'n allen een handje mee want voor Kong en Sara zijn dit dé hoogdagen van het seizoen. Vanaf 7 uur s'ochtends zijn alle tafeltjes van het restaurant doorlopend volzet, tot een gat in de nacht. Sara komt de keuken niet meer uit en van een middagpauze is al lang geen sprake meer. Dus eten we op het balkon van het restaurant, maken zelf ons ontbijt en verstrooien Kong en Sara vanuit het deurgat naar de keuken. Ook op oudejaar staat Sara in de keuken. Niet alleen voor de gasten maar ook voor ons. We shuiven mee aan tafel bij Kong en Sara en hun vrienden en worden verwend met vers gebakken vis, yellow sweet and sour curry, gestoomde schelpen, tijgergarnalen en verse krabben in overvloed. Er wordt gegeten en gevreten, gewezen en gelachen ( daz de enige taal die iedereen aan tafel begrijpt ), we tellen samen af en steken een hoop vuurwerk aan. De buren zien het grootser en steken hun restaurant bijna in de fik door een slecht gerichte vuurpijl. Met de tv op de achtergrond en een televisie-vredesboodschap voor iedere denkbare religie wordt een oud flesje whiskey geopend en drinken we tot ieders oogjes rood en halfopen hangen. De Thai kruipen onder de klamboe (muskietennet) terwijl wij nog een stapje zetten in Jack's Jungle Bar waar we nog es klinken met Westerse vrienden. De volgende dag zijn we veel te moe, veel te voos en veel te lui dus hangen we een dagje voor onze laptop en bekijken de ene animatiefilm na de andere.
Na 12 dagen op de grond slapen, naast de muziek van het restaurant, missen we een beetje privacy. We reizen door met een dubbel gevoel. Enerzijds zijn er nog zovele eilanden die we willen bezoeken en onze nieuwschierigheid drijgt ons weer op pad. En anderzijds lijkt het stom een plek achter te laten waar je het zo naar je zin hebt. Ach ... we komen de volgende keer gewoon terug !

zaterdag 16 januari 2010

Koh Lipe

Nieuwschierig en uitgelaten naderen we Koh Lipe. We herkennen de omliggende eilanden, de blauwe heldere zee, de palmen op het strand... We zijn er bijna! Een paar knuffels en zoenen later zitten we op de veranda van Sunrise Beach restaurand Thaise ice tea te slurpen samen met Kong en Sara. Het is leuk om iedereen terug te zien, oude verhalen op te halen, nieuwtjes te horen, nieuwe vrienden te maken en te genieten van Sara's onovertreffelijke kookkunsten. De volgende dag verhuizen we van onze comfortabele bungalow naar een driepersoons tentje naast Sara's restaurant . We kiezen een plekje tussen de moestuin en het strand en horen, zien en ruiken de zee vanuit ons bedje. Een strakke zeebries maakt het opzetten van de tent behoorlijk hilarisch en het hek is helemaal van de dam als Olli bij het slaan van een picket de waterleiding raakt en ons plekje veranderd in een zanderige modderpoel. Kwestie van goed mikken ?
De tijd vliegt voorbij ( zo gaat dat als je het naar je zin hebt) en al snel is het Kerstmis. We worden door Kong en Sara uitgenodigd om samen met hen en Bao ( de boatdriver) Kerstmis te vieren. Ze hebben totaal geen benul van wat Kerstmis inhoudt ( wie wel nog) maar iedereen vindt het een uitstekend excuus om een fles Sangsom met limoen te kraken en lekker Thais te eten ( authentieke gerechten die niet op de kaart staan en heter zijn dan wat de meeste toeristen aankunnen).
In ruil voor hun gastvrijheid, ons gratis verblijf, en de extra mango in de fruitsla helpen we Sara en Kong in het restaurant. We dienen af en toe op, ruimen af, nemen orders op, zetten koffie, geven de moestuin water en maken reclame voor de snorkeltrips die ze organiseren. “Tussendoor” hebben we massa's tijd en genieten we van het strand, de zee, de koraalriffen voor het eiland spelen we freesby of luieren we in de hangmat met een goed boek. Als het hard waait lenen we de kite van Kong. En als het regent kijken we dvdjes of Planet Earth reportages op de laptop. Het zal moeilijk worden om hier weg te gaan !
Duiken doen we met een kleine Thaise duikshop (vrienden van Kong). Meestal gaan we met z'n vieren op pad : de duikinstructeur ( Cheorgé de Mexicaan of Yid, de Thaise eigenaar van de shop), de boatdriver (een echte chawlee -zeezigeuner- die graag een ommetje maakt langs één van de illegale Chawlee kampen voor een fles zelfgebrouwen rijstwijn) en wij, als enige duikers. Tussen de eerste en de tweede duik meren we aan op kleine eilandjes met liefelijke stranden om er te rusten/slapen op bananenblaren, vers gevangen vis, tribal style gebarbequed, te eten en krabben te vangen. Dit is vakantie op zijn best !
Ook Nieuwjaar vieren we in stijl. Naast ons bescheiden tentje kamperen nu ook vrienden van Kong en Sara. We leren een mondje Thais bij, spelen met hun kinderen en helpen met z'n allen een handje mee want voor Kong en Sara zijn dit dé hoogdagen van het seizoen. Vanaf 7 uur s'ochtends zijn alle tafeltjes van het restaurant doorlopend volzet, tot een gat in de nacht. Sara komt de keuken niet meer uit en van een middagpauze is al lang geen sprake meer. Dus eten we op het balkon van het restaurant, maken zelf ons ontbijt en verstrooien Kong en Sara vanuit het deurgat naar de keuken. Ook op oudejaar staat Sara in de keuken. Niet alleen voor de gasten maar ook voor ons. We shuiven mee aan tafel bij Kong en Sara en hun vrienden en worden verwend met vers gebakken vis, yellow sweet and sour curry, gestoomde schelpen, tijgergarnalen en verse krabben in overvloed. Er wordt gegeten en gevreten, gewezen en gelachen ( daz de enige taal die iedereen aan tafel begrijpt ), we tellen samen af en steken een hoop vuurwerk aan. De buren zien het grootser en steken hun restaurant bijna in de fik door een slecht gerichte vuurpijl. Met de tv op de achtergrond en een televisie-vredesboodschap voor iedere denkbare religie wordt een oud flesje whiskey geopend en drinken we tot ieders oogjes rood en halfopen hangen. De Thai kruipen onder de klamboe (muskietennet) terwijl wij nog een stapje zetten in Jack's Jungle Bar waar we nog es klinken met Westerse vrienden. De volgende dag zijn we veel te moe, veel te voos en veel te lui dus hangen we een dagje voor onze laptop en bekijken de ene animatiefilm na de andere.
Na 12 dagen op de grond slapen, naast de muziek van het restaurant, missen we een beetje privacy. We reizen door met een dubbel gevoel. Enerzijds zijn er nog zovele eilanden die we willen bezoeken en onze nieuwschierigheid drijgt ons weer op pad. En anderzijds lijkt het stom een plek achter te laten waar je het zo naar je zin hebt. Ach ... we komen de volgende keer gewoon terug !

zaterdag 9 januari 2010

Koh Rong

Koh Rong is 1 van de vele eilanden voor de kust, op twee à drie uur varen vanuit Sihanoukville. Het eiland telt 1 vissersdorp, een duikshop op de pier boven een branding met azuurblauw water en 1 guesthouse met vier bungalows. Aan deze maagdelijke exclusiviteit hangt natuurlijk een prijskaartje maar om ons 2 dagen op een onbewoond eiland te wanen betalen we graag een beetje extra. De vraag is hoelang deze oase aan rust nog zal blijven bestaan... De service is ook een leuk verwennerijtje. We ontbijten op de boot met koffie en super lekkere croissants ( ze kregen het recept waarschijnlijk van de Fransen, als geschenk bij de onafhankelijkheidsverklaring van Cambodia ), en terwijl we onze duikuitrusting passen wordt onze bagage van de boot naar onze bungalow op de heuvel gebracht. Terwijl de stranden en de groene heuvels paradijslijk zijn, stellen de duiken niet veel voor. Wat het hoogtepunt van de duik is ( een zeeslak, een vis of een stuk koraal ) zagen wij in Indonesië met scholen tegelijk, hele riffen vol en veel kleurrijker. Soms zagen we zelfs helemaal niets met een zichtbaarheid van slechts 5 meter. Het lijkt wel of je door een mist zwemt in een zee vol melk. Toch waren de meeste duikers en instructeurs heel enthousiast over de duiken. Geef ons maar Bali of Gili ! In het gezellige restaurant van het guesthouse werkt een toffe Duitser, Marco, die het spiegelbeeld van Olli blijkt te zijn : de tegenovergestelde schouder gedislokaliseerd en geopereerd, een gebroken sleutelbeen, en gebeten door snowboarden en andere extreme sporten... We genieten met volle teugen van onze leuke hut, het lekkere eten, de charmante buitendouches, de maagdelijke stranden en het kristalheldere water. Hoewel we dat graag gewild hadden, kunnen we niet langer dan 2 dagen blijven. Eens terug aan wal regelen we, na wat bemiddeling, dat onze paspoorten binnen de 2 dagen terug in ons bezit zijn. Het plan : een reisbureau in Phnom Penh haalt onze paspoorten af in de ambassade, brengt ze naar 1 van de busmaatschappijen, die ze op haar beurt met de bus naar Sihanoukville brengt. Ons reisbureau hier in Sihanoukville stuurt een moto naar het busstation en 1 dag later gaan we de paspoorten MET visa opgelucht afhalen. Nog een dag later stappen we op een bus, rijden de grens over en slapen diezelfde avond in het bed van vrieden in Bangkok. Eindelijk thuis ! Alles gaat vlot en na een paar dagen werken voor de festivals nemen we de express trein ( deen trein die nog trager rijdt dan de gewone nachttrein en versleten stoelen heeft ipv comfi uitklapbare bedden ) op weg naar een andere thuis : Koh Lipe. De privetaxi, die ons tegen 120 km per uur naar Pak Bara pier brengt, kost meer dan ons treinticket maar zo zijn we nog net op tijd voor de laatste speedboat richting Lipe.

donderdag 7 januari 2010

Sihanoukville

Deze tropische badstad is niet alleen een trekpleister voor toeristen maar ook voor locals. En we hebben pech. Onze aankomstdag is het begin van een verlengd weekend en bijna alle hotels en guesthouses zijn volgeboekt door locals op vakantie. Ze hebben groot gelijk want de zee is mooi blauw en helder en het witte strand staat vol gezellige bars en restaurants. Toeristisch maar nog niet helemaal volgebouwd zoals de Thaise kusten. We vinden een goedkope propere kamer in een guesthouse vol expats en twintigers die stoer vertellen hoe ze hun vrijheid ontdekten door hun bagage en paspoort in de fik te steken. Ze hebben steevast lang haar, lopen blootsvoets en in hun blote bast, met een Billabong short en hebben elk uur van de dag een pint in de hand. S' avonds vind je ze stoned voor het projectorscherm van het guesthouse gapend naar de zoveelste aflevering van Southpark. Gelukkig zijn wij dit stadium voorbij.
Het strand loopt vol locals die je de oren van het lijf zagen met zonnebrillen, handdoeken, sjaals, armbandjes, en vers fruit. De eigenaar van de bar waar wij een strandstoel kiezen ( wat een luxe ) heeft een aapje als huisdier. Het speelse ( en soms vervelende ) beest jaagt niet alleen de verkopers weg maar bovendien is zijn ketting net niet lang genoeg om ons te koeioneren. Dus genieten wij in alle rust van het strand :-)
De volgende drie dagen huren we een moto en rijden we naar het nabijliggende en rustige strand van Otres. Ook hier staat de kustlijn vol restaurants en bars maar het strand is leeg én paradijslijk. Met een mondje Cambodiaans en een brede glimlach weten we de gastheer en -vrouw van onze favouriete strandbar te charmeren en worden we verwend met strandstoelen, gratis hapjes en hun gezelschap om samen van de zonsondergang te genietgen. Het enige wolkje aan de hemel is het feit dat onze visa's nog steeds niet vrijgegeven zijn. Dus maken we nog maar een uitstapje naar Koh Rong.

zaterdag 2 januari 2010

Van Phnom Penh naar Sihanoukville

Deze keer boeken we een goedkoop busticket bij 1 van de vele busmaatschappijen. We weten immers dat een duur ticket daarom geen comfort garandeert. We zijn dan ook extreem verwonderd als deze bus de chiqueste bus blijkt te zijn waarmee we rondreisden in Cambodia ! We beleven geen grootse verhalen tijdens deze rit. En zeker niet zoals tijdens de rit van ...... naar ..... waar de busbegeleider kwade blikken in ons richting bleef sturen. Er ons van verdenkend de airco te sabboteren. Maar we konden het niet laten af en toe het raampje open te schuiven op zoek naar een hapje verse lucht. Immers, op de bank naast ons zat een meisje over een kotszakje gebogen. En de kleuter voor ons had het nog moeilijker te verduren. Hij had 2 zakjes van doen, aangezien zijn ontbijt er langs 'allerlei' openingen tegelijk naar buiten kwam. De stank was niet te harden. Alle poep- en kotszakjes werden vakkundig uit de rijdende bus gegooid ( onderbroek en pyjamabroek inclusief ).
Bij deze heb ik jullie toch een sappig busverhaal gepresenteerd !
Maar zoals ik al zei... deze keer hadden we geluk en raakten zonder problemen in het busstation. Het station verlaten daarentegen was een andere zaak. We werden een paar kilometer lang achtervolgd door hardnekkige tuktuk drivers die buitensporige prijzen vroegen. Toen die uiteindelijk toch afdropen bleker er nergens meer tuktuks te bespuren waardoor we een heel eind moesten stappen onder een moordende zon en met een loodzware rugzak, voordat een brave driver ons toch naar het strand wou brengen. Soms ben je beter iets minder koppig en betaal je de toeristenprijs met een glimlach.

Nog meer Phnom Penh

Na 10 dagen en een hoop bezoeken aan het reisbureau krijgen we te horen dat de minister nog steeds niet terug is. En zelfs met extra geld op tafel kunnen we onze paspoorten niet recupreren, zo weet mevrouw achter de balie ons te vertellen. Ondertussen hebben we een overstay ( ons paspoort is niet meer geldig ) en zouden we bij het verlaten van het land een boete moeten betalen voor elke dag sinds ons visa verstreken is. Er zit niets anders op dan wachten... maar dan wel op het strand !

Phnom Penh

Het is laat in de avond en geen ideaal uur om in een hoofdstad een goed hotel te vinden. Onze geslepen tuktuk driver vraagt veel te veel geld om rondjes ter rijden in het drukke verkeer. Deze stad leeft ! Overal op straat en in de parkjes zitten mensen bij elkaar. Ze sporten in groep, hangen over hun moto of eten in de mobiele eetkarretjes. We vinden een betaalbaar basic room en scoren een Thaise hap in een restaurand om de hoek. We zijn moe maar ik kan moeilijk slapen. De volgende ochtend ben ik ziek. Iets verkeerds gegeten ? De Thai ? Of besmet fruit ? Uitgerekend nu !!
Olli gaat op pad, terwijl op de pot hang, en vindt een goeie dokter die Engels spreekt, een apotheek met internationale medicijnen EN de juiste pilletjes. Phom Penh ( en Olli ) is de max !
We veranderen van hotel, omdat ziek zijn in een kale kamer en een vieze badkamer je nog mottiger doen voelen en ruilen voor een ruime kamer met veel licht, een propere badkamer en een leuk terras. Ziekzijn in stijl :-) In plaats van 3 dagen blijven we 10 dagen. Niet omdat Phom Penh zo fantastisch is maar de minister die de extentie van onze Cambodiaanse visas moet goedkeuren is met vakantie. Een plaatsvervangend beambtenaar is er niet en onze paspoorten recuperen zonder stempel lukt ook al niet want die liggen achter slot en grendel. We vullen onze dagen met het bezichtigen van het koninklijk paleis en zijn zilveren pagoge, het nationaal museum en het Tuol Sleng Museum. Een voormalige school die in 1975 door Pol Pot en de Khmer Rouge tot gevangenis en martelcomplex werd omgevormd. Naast de cellen ( in de staat zoals ze gevonden werden ), de marteltuigenen, en een paar graven vind je er duizenden portretten. De Khmer Rouge hield nauwgezet foto's en dossiers bij van de 20000 mannen, vrouwen en kinderen die werden uitgehongerd, doodgemarteld of afgemaakt op de killing fields. Niet meteen een plek waar je happy wordt maar dankzij dit bezoek begrijpen we de Cambodiaanse geschiedenis een beetje beter. We begrijpen waarom we zo weinig oude(re) mensen op straat zien. Waarom de gemiddelde leeftijd rond de 20 ligt. En we begrijpen de zwaarte die je soms voelt in het contact met Cambodianen. Wil je met hen praten, dan moet je eerst een muur door. Maar win je hun vertrouwen of breng je hen aan het lachen ( wat trouwens niet zo moeilijk is ) dan bloeien ze helemaal open. Het wordt steeds makkelijker om met mensen in contact te komen. Ze vertellen ons over de Vietnamezen en de Amerikanen die tijdens de oorlog de natuurlijke rijkdommen van het land plunderden. De Thai en vooral de Chinezen die shops, belangrijke tolwegen, bruggen, wisselkantoren... in handen hebben waardoor ze nog rijker worden en het de gewone man in de straat niet lukt zijn levensstandaard omhoog te krikken. We leren over de Europeanen die met duizenden tewerkgesteld zijn in NGO's, organisaties rond voedselhulp, gezondheidszorg, mensenrechten, dierenrechten.... duur betaalde jobs waarmee Cambodianen de rijst op tafel kunnen betalen. Goedbedoelde hulp vanuit het buitenland is niet altijd even goed. Voila, zo hoor je eens de andere kant van de medaille.
Verder verprutsten we onze tijd en geld met leuke dingen, door het ondergaan van voet- , rug- en bodymassages. Mens dat doet deugd na een vermoeiende dag niets doen. We worden weer puber in het Luna Park en laten ons volledig gaan in een 4D halloweenritje. We eten triple choco crunch ijsjes met extra slagroom. Kuieren op de dijk langs de Mekong. Ontbijtne op ons terras met verse mango en watermeloen. En zappen vanuit onze luie zetel op 50 verschillende kanalen. De geloofwaardigheid van de Lonley Planet, de reisbijbel voor backpackers, zakt helemaal onder nul als we een kijkje gaan nemen in het fel aangepreze toeristiche walhalla van Phnom Penh. Een slopenwijk op stelten boven een half dichtgegooid meer vol afval en stinkend water, afschuwelijk dure prijzen en opdringerige locals. Dè grootste 'tourist trap' die ik tot nu toe gezien/doorzien heb. Ons appartement ligt in een gezellige buurt waar veel falang werken en wonen. Er zijn loungy bars, Westers geïnspireerde restaurants uitgebaat door Cambodianen met smaak, stijlvolle massagesalons, een hypermodern fitnesscentrum op de bovenste verdieping van het hoogste gebouw in de stad ( s' avonds is het uitzicht over Phnom Penh adembenemend ) en rondom levendige Cambodiaanse wijken waar je lekker en goedkoop kan eten in de fel verlichte eetstalletjes op straat. De Cambodianen weten ons hart steeds meer te veroveren.

Van Ban Lung naar Phnom Penh

We hebben een tocht van 12 uur voor de boeg... dus reserveren we 2 zitjes in een comfortabele privébus. Het guesthouse geeft ons een gratis ritje naar de bushalte, belt het busbedrijf als de bus een uur lang op zich laat wachten en regelt zelfs een toilet voor de dames met een miniblaas. Echt supervriendelijke mensen !
Wegens een defect wordt de luxebus vervangen door een veel te klein knarsend oud busje. Er wordt ons echt geen luxe gegund op deze reis :-) Om plaats te besparen wordt, op de laatste zitjes in de bus, de bagage tot tegen het plafond gestapeld. En telkens de chauffeur bruks remt, krijgen de ongelukkige passagiers op de voorlaatste rij een paar kilo's bagage in hun nek. Grote zakken uien, een gigantisch traktorwiel en ander bouwmateriaal worden in de middengang geschoven. Onze trekkingskompaan, een stevige Duitser met lange benen, moet net als wij boven de wielen plaatsnemen ( waar je bijna geen beenruimte hebt ) en de hitte van de wielen door de weggeroeste bodem op je vel brandt. Bovendien moet hij zijn stoel delen met een oudere man en zijn kleinzoon. Zo te zien hebben wij oerechance vandaag. Nog meer mensen moeten opstappen. Sommigen krijgen krukjes om tussen de boodschappen in de middengang te zitten. Anderen moeten 12 uur rechtstaan. Maar niemand maakt een probleem en al gauw zie je overal knikkende hoofden en slapende mensen terwijl de bus heen en weer schokt over de aarden wegen. Bij ons zou zoiets ondenkbaar zijn !

Van Kratie naar Bang Lung

Kratie is de laatste makkelijk te bereikbare plek. Van hieruit verder reizen betekent rode aarden wegen vol putten en bulten, bruin stof, vrachtwagens die vastzitten in de modder en Wij in een overvolle minibus, die als een gek door de bergen raast. In de bus is plaats voor 12. De chauffeur deelt zijn zetel met een meisje en op de overige stoel zitten 17 mensen ! Waarvan 8 toeristen EN een dikke Canadees, met elk hun trekkersrugzak. En 9 locals mèt boodschappen. Hilarisch ! Gelukkig duurt de rit ( slechts ) 6 uur en raken we heelhuids in Ban Lung. We vinden een super leuke ecologde waar alles van hout en natuurmateriaal gemaakt is. Onze bungalow staat in het groen en heeft een prachtig uitzicht over een glooiend dal en de omliggende bergen. Bovendien ligt er op fietsafstand een kratermeer midden in de jungle, met heelrijk fris water waar je kan zwemmen, lui in de zon liggen, zwemmen, nog wat bruinen, nog een plonsje... :-) We gunnen onszelf 3 dagen luierplezier voor we op een driedaagse trekking door het Virahaya National Park vertrekken.
De eerste dag rijden we achterop een mototaxi naar Ta Veng, het einde van de Cambodiaanse beschaving. Van hieruit is transport over de weg niet meer mogelijk ( er zijn geen zegen meer ! ) en gebeurt alles per boot. Dus varen we stroomopwaars met een lokale vissersboot het nationaal park binnen. s' Avonds logeren we bij een minderheidsgroep, de Kreug. Hun dorp, 5 hutten, een paar kippen en een paar hongerige zwijnen, ligt langs een zijtak van de Mekong ( de Tonlé Sap ) en duidt de grens van park aan. Ondanks het verbod, trekken de dorpelingen het park binnen om er rubber te winnen, te jagen en bomen te kappen. Een handvol rangers is nauwelijks in staat het gigantische park te beschermen. Of is dit het werk van de rangers zelf ?
De dorpelingen zijn niet onvriendelijk en toch voelen we ons niet meteen welkom tussen deze mensen. Zijn ze gewoon verlegen ? Worden onze verwachtingen over een hartelijk onthaal als “westerling” ons pijnlijk duidelijk ? En wie is nu eigenlijk de toeristische attractie ?
Feit is dat onze aanwezigheid een duidelijke impact heeft op het leven van deze mensen. De traditioneel geblokte sjaals die dienst doet als lendendoek, kleed, hoofddoek, draagstoel voor baby's, enzovoort, heeft plaatsgemaakt voor hippe jeansbroeken, gsms en namaak spullen van Louis Vitton en andere grote merken. In dorpen dieper in de jungle leven etnische stammen naakt en zonder voorzieningen ( water, electriciteit... ). We hopen dat het bier en de plastic rommel, die met kratten tegelijk vanuit Ta Veng werd meegenomen, niet gekocht werden met onze homestay bijdrage. We koken op een houtvuur tussen de zwijntjes en wassen ons, net als de dorpelingen, in de rivier. Een snelstromende en ijskoude bruine stroom water. Om 21 uur ligt iedereen vanuit zijn hangmat te luisteren hoe de geluiden vanuit de hutten zich mengen met de lokroepen uit de jungle. Het wordt een koude nacht.
Dag 2 staan we vroeg op en varen nog dieper de jungle in. Met een kom rijst achter de kiezen lopen we 4 uur doorheen dicht begroeid bladergeweld, bamboebossen waaruit tunnels zijn gehakt ( net groot genoeg om doorheen te kruipen ) en af en toe open zonnige steppes met hoog gras en gigantische omgevallen bomen. De begroeiing is soms zo dicht dat je elkaar op minder dan 10 meter niet meer kan zien. Je mag elkaar niet uit het oog verliezen en er wordt een stevig tempo aangehouden. Met onze bagage zo hoop mogelijk boven het hoofd steken we een rivier over en volgen een stuk van het Ho Chi Min trail. Een pad dat tijdens de Vietnamoorlog werd gebruikt om goederen en wapens te smokkelen. Vroeger moeten er jeeps over dit pad gereden hebben. Nu is het pad soms nauwelijks herkenbaar en begaanbaar door omgevallen bomen en de allesverslindende jungle. Lunchen doen we aan een waterval waar we elkaar, voor een zoveelste keer, op bloedzuigers checken ( ik haat die beesten ) en onze bezwete lijven verkoelen met een duik in een poel, onderaan de waterval. We eten ( opnieuw ) rijst en maken een stijle klim doorheen het mooiste stuk van deze trekking. We klimmen over de wortels van honderdjarige oude reuzebomen en krijgen af en toe een vergezicht te zien over bergen vol ondringbaar junglegeweld. Op een open plekje naast een rivier en onder het hoge dikke bladerdak van deze bomen hangen we onze hangmatten op om rond het kampvuur ... rijst te eten. Een hoop levendige gedachten aan alle bloedzuigers, spinnen en duizenden mieren die de grond onder mijn hangmat veranderen in een knetterende zwarte zee, houden me uit mijn slaap. Doorheen het bladerdak zie ik de maan over de hemel schuiven. En terwijl ik in de verte een sambar hoor blaffen, val ik uiteindelijk toch in slaap. Dit is de echte jungle !
s' Morgens worden we gewekt met het geluid van gibons en junlgekippen. We breken het kamp op, koken water uit de rivier als drinkwater en hijsen onze rugzak weer op onze rug. Elk draagt zijn eigen water, een hangmat met muskietennet, 2 dekens en persoonlijke spullen. Een aardig gewicht dat zwaarder lijkt te wegen bij elke gezette stap. We volgen een ander pad terug, lopen verloren, en komen na wat zoeken terug op het Ho Chi Min pad, dat ons na 5 uur stappen opnieuw uit de jungle leidt.
Ik ben blij als ik na een bumby rit op de rivier en de moto, met veeeeel zeep, het junglezweet van mijn lijf was, en kan slapen in een ECHT bed.
Aan de ontbijttafel van de volgende dag ontdekken we het ontnuchterende feit dat Olli onze medicijnkit niet meer vindt. Hij heeft hem verloren/vergeten :-) in het junglekamp. Ten vroegste in Bangkok denken we nieuwe medicijnen te kunnen kopen. Nu maar hopen dat ze niet ziek worden...