vrijdag 31 december 2010
Dag 5 : Van Koto naar Dhukur Pokari
s' Ochtends vroeg zitten we met een monnik rond het houtvuur in de keuken. Vandaag is een speciale dag: Diwalli ! We verwijderen ons discreet en ontbijten in de dining room terwijl er laag gezang en drums te horen zijn vanuit de keuken. Er wordt een kolenkacheltje aangestoken met daarop verse dennetakken waardoor het huis zich vol witte rook vult. Een ritueel dat elke ochtend wordt herhaalt om het huis, de velden, de heuvels, de mensen, de dieren, de bergen, de rotsen, de bomen.... te zegenen. De pot wordt buiten op de stenen omheining gezet net zoals in alle andere huizen en over het hele dorp stijgen witte rookpluimen naar de hemel. Tibetaanse bhoedisten geloven dat alles ooit je moeder was en daarom gerespecteerd en geeerd moet worden.
We worden uitgewuifd door het zoontje van het gezin, die met wangetjes vol snot en dezelde vuile kleren als gisteren door de modder waggelt. Aan het eind van het dorp registeren we ons bij de checkpoint om niet veel later aan te komen in Upper Pisang, een groter dorp met meer toeristen en minder gezellig. We zijn blij dat we in de nacht in Koto hebben doorgebracht.
We wandelen door eindeloze dennebossen. Soms naast de rivier in de vallei, soms hoog boven de bergkam. Ik heb er zin in vandaag ! De vallei wordt zo smal dat het pad uit de rotsen werd gedynamiteerd met een prachtig zicht op een rotswand in de vorm van een halve ronding van een ampfitheater. De gitzwarte wanden perfect glad en de bovenrand zo scherp als een mes. Op de top van een zware klim door een dicht dennenbos raken we aan de praat met 2 oude mannetjes met een juwelenstandje. De grote zak wiet tussen de bhoeddabeeldjes en gebedsmolens is een goed aankopingspunt voor een gezellig gesprek en we gieren samen van het lachen bij het aanzicht van de rood aangelopen toeristen die zich vloekend een weg naar boven puffen. We worden uitgenodigd om mee te eten van de pot dhal bat die op het vuur staat te prutelen maar we hebben nog een hele weg voor de boeg. We bedanken hen, heisen onze bagage op onze rug en worden op ons pad vergezeld van hun hond die in de schaduw op ons wacht als we wat trager wandelen. Na een lange afdaling komen we in Pokari. Het is er zo gezellig en zonnig dat we besluiten om er te blijven. Ons houten kamertje lijkt net een mini chalet. Alleen de verwarming ontbreekt. Zonder rugzak klimmen we hoger op het pad, een perfecte oefening om te aklimatiseren en minder vatbaar te zijn voor hoogteziekte. Het landschap hier is droog, vreemd, desolaat... en tussen de weerbarstige struiken staan ruïnes vab oude stenen huizen. Bizar maar toch mooi. Als we terugkeren naar het dorp zijn alle logdes, restaurants en winkeltjes verlaten. Enkel in de keuken van onze lodge brandt nog licht. We treffen er een moedige achterblijver aan die onze kok en gastheer is samen met 6 andere toeristen. Om onze gastheer te ontlasten bestellen we met z'n allen hetzelfde gerecht. In het gezelschap zit een Zwitsers-Uruguajaans koppel ( of hoe heet zo iemand ?) die gypsie muziek maken en plannen hebben om in lokale nepalese pubs op te treden, een gekke 64jarige Duitser die per fiest van Caïro naar Nepal fietste. Verder nog een Fransman die in 2 dagen dezelfde afstand wandelde als wij op 5 dagen en een hilarische Italiaan die enkel Italiaans mompelt. Plezier verzekerd !
maandag 20 december 2010
Dag 4 : van Bagarchhap naar Koto
5 uur wandelen, 500m stijgen, slapen op 2640m
We staan om 5u45 op, om de vele gasten in het hotel voor te zijn. Wat jammer genoeg niet lukt. Blijkbaar waren we niet alleen met dit schitterende idee... We beloven onszelf om de rest van de trekking in kleinere, minder drukke dorpen te slapen. Geen chaos meer aant het ontbijt, geen wachttijden aan de douche, geen stress meer ! En meer contact met lokale mensen.
Ook vandaag ziet het landschap er weer helemaal anders uit. De bossen bestaanvolledig uit dichte dennebossen. Het is moeilijk om op gang te komen en mijn ritme te vinden met een maag vol warme muesli en stramme spieren. We zijn gisteren te diep, te ver, te zwaar gegaan. Vandaag betalen we de prijs. Na een twee uur lange klim als ontbijt worden we beloond met het eerste echte uitzicht op een paar besneeuwde pieken, met gletsjers. Waarna het pad opnieuw een steile helling volgt. Mijn doorzettingsvermogen wordt op de proef gesteld. Gelukkig zorgt de 'scenery' voor mooie afleiding. Alles wordt hier groter : de bergen, de valleien, de bomen, de denneappels, de raven en de caravanen ezels met zakken appelsienen, rijst of aardappelen op de rug. We leren al snel om tegen de bergwand te staan ipv aan de gapende afgrond als je niet op de bodem van de vallei wil eindigen als zo'n caravaan met ezels je inhaalt. Af en toe kruisen we trekkers uit de tegenovergestelde richting. Zij doen de Annapurna Circuit in de tegenovergestelde richting en hebben de Thorung La, DE pass van deze trekking, al beklommen. Velen zien er moe uit, met verbrande gezichten en opengesprongen lippen. Anderen zijn mooi gebruind door de hoogte zon en zijn in opperste stemming. Benieuwd hoe wij erbij zullen lopen !
We laten ons voorbij steken door een horde trekkers alsof er een trofee aan het einde van de dag te verdienen is. Iedereen wil vanavond Chame bereiken. Dus.... stoppen wij in Koto om er te genieten van de hervonden rust en vrijheid zonder strevers en onzin kakelende toeristen. We herleven onder een stralend zonnetje op een kleine heuvel met een prachtig zicht op de besneeuwde toppen van Pisang Peak. We zijn er belange nog niet !
Ook onze lodge heeft een zonnige binnenplaats en ademt rust uit. Onze was ligt de drogen op de stenen omheining. Grootvader zit op een stoeltje tegen de warme buitenmuur en prevelt gebeden over zijn glanzende rozenkrans. En zijn dochter zit verderop en duffelt haar 21 dagen oude baby onder een stapels dekens. Ook onze kamer is super gezellig. We nemen een warme douche en doen een gigantische was met WARM water ! Nu hopen dat alles droogt tegen morgen...
s' Avonds mogen we meeschuiven aan het open vuur in de keuken. Het wordt steeds kouder en met slechts 2 gasten is het onnodig de eetzaal te verwarmen. Net zoals vroeger koken ze en verwarmen ze met hout. Niet meteen milieuvriendelijk maar wel gezellig. Opa zit met kleinzoon op schoot. Ma en pa maken deeg voor chappati's en brouwen Masala Tea met veel suiker. We gaan vroeg slapen en trekken het deken tot over onze oren.
Dag 3 : van Chamche naar Bagarchhap
6 uur wandelen, 940m stijgen, slapen op 2160m
Vanacht sliepen we in Bagarchhap in de mooiste en gezelligste kamer die we tijdens deze trekking zullen tegenkomen. Toch heb ik maar een halve nacht geslapen. Die gekke Fransman heeft mijn hoofd zot gekregen met verhalen over bedvlooien ! We hebben het hotel gedeeld met een horde Engelsen van een georganiseerde trekking, wat wachttijden opleverde voor het avondeten, het toilet, geen warm water meer in de douche en zelfs het afrekenen s' ochtens aan het ontbijt duurt tergend lang. Een feit waar we volgens Serge op hadden moeten anticiperen en dus worden we op het matje geroepen waarom we 20 minuten later dan afgesproken vertrekken. Iets vertelt ons dat we niet lang meer zullen samen reizen.
Elke dag van de trekking verandert het decor waarin we wandelen. De rijstvelden maken plaats voor bamboebossen en de tropische vegetatie gaat langzaam over in dennen en sparen. Voetje voor voetje klimmen we de bergen in. Onze spieren moeten nog wennen aan de 8 kilo zware rugzak op onze schouders dus moeten we af en toe op adem komen terwijl we genieten van het uitzicht. De dalen worden steeds dieper, terwijl de valleien steeds smaller worden. Soms lijkt het wel of je de bergen bijna kan aanraken, zo dichtbij lijken ze. Watervallen donderen naar beneden en worden ondergrondse rivieren. En het landschap ligt bezaaid met reusachtige rotsblokken. Dit lijkt wel bolder-paradijs. Jeremy zou hier heel gelukkig zijn ! :-) Plots opent het landschap zich tot een enorme vlakte, ingesloten door vertikale rotswanden aan de ene kant en de meanderende rivier aan de andere kant. Het pad loopt dwaars door de vlakte met aan beide zijden honderden meters lange zandbanken waar je rustig zou kunnen zonnebaden. Maar het pad roept.... Na het zand lopen we over een zee van perfect ronde keien. Het is meer duidelijk waar het pad juist loopt en we zakken tot boven onze enkels in de keien. In het midden van de vlakte ligt een klein dorp dat veel weg heeft van een Amerikaanse 'outpost' waar je net als in de Westerns van paard kan wisselen. Overal wapperen Tibetaanse vlaggen in de stevige wind waarbij de gebeden die erop geschreven staan tot bij de goden gevoerd worden. We draaien als echte pelgrims aan de gebedsmolens, met daarin boeken vol zorgvuldig geschreven gebeden en hopen op een veilige tocht. In tegenstelling tot de lager gelegen Hindu dorpen wonen hier vooral Boedhisten. Op de terrasvormige velden groeit maïs en aardappelen en in de verte krijgen we af en toe een voorproefje van één van de Annapurna toppen te zien. Serge wil nog een laatste klim maken naar het volgende dorp, Danaqyu. Maar daz er eentje te veel dus stoppen we in Bagarchhap. Na 2 Dal Bhats en extra chappati's, een reuze maaltijd, slapen we als roosjes.
zondag 19 december 2010
Dag 2 : van Bahundanda naar Chamche
We reizen samen met een oudere Fransman, Serge. Hij heeft de Annapurna Circuit al drie keer rondgewandeld. En ook Everest Mountain heeft hij al twee keer beklommen. Hij is 69 jaar maar het is moeilijk zijn tempo bij te houden. Hij heeft een ijzeren conditie ! We hebben een date met hem. Dus staan we om 6 uur op en gaan om 7 uur op pad. Let's hit the road !
Het is te koud om s'ochtends te douchen. Dus doen we een kattewasje aan de drinkplaats van het dorp en eten muesli met warme melk als ontbijt. We zullen onze energie nodig hebben !
Het landschap glooit zacht tussen de goudgele rijstvelden, de groenige rivieren met ijskoud bergwater en dorpje die slechts een vijftal huizen groot zijn. Overal zie je watervallen, stroompjes, kanaaltjes.... alles staat hier in het teken van water. Echte wegen vind je hier niet, slechts het pad waarop we lopen. Alle bouwmaterialen worden dus te voet naar boven gedragen. We worden voorbij gestoken door porters met ijzeren balken, rollen electriciteitskabels, satelietschotels en zelfs electriciteitspalen op hun rug. "Development" is ook in deze afgelegen streken niet tegen te houden en er wordt een hoge prijsvoor betaald. Vele trekkers klagen over deze ontwikkeling en zijn niet te spreken over de weg die aan de andere kant van de rivier uit de rotsen wordt gedynamiteerd. De weg moet tot in Jomsom reiken, een stad op zo'n twee derde van de trekking. Velen vrezen dat dit het einde van deze trekking betekent, net zoals aan de andere kant van de pass. Het trekkingspad heeft er plaats moeten ruimen voor een geasfalteerde weg waar bussen, traktoren, jeeps en minibusjes langs de trekkers scheren, hen knarsetandend achterlaat in wolken opwaaiend stof of hen bijna in de afgrond rijdt. Velen vermijden dit deel van het pad en nemen nu de bus of het vliegtuig. Lodges en restaurant sluiten en velen verloren hun inkomen. Maar ook Nepalesen willen een GSM, stromend water en electriciteit...
In vergelijking met andere trekkers zijn we onvoorbereide amateurs. We sleuren niet met downjackets, geavanceerde regenkledij, sneeuwbotten en trekkingsstokken met veringen. We kopen daarentegen een bamboestok bij de plaatselijke bamboeboer en betalen één tiende van de prijs. Een handig derde been om over de vele landverschuivingen te klauteren langs gapende afgronden waar je beter niet te lang naar beneden staart. Toch is het ook goed om af en toe rond te kijken. Net over de rand van het pad staat het vol brandnetels EN.... wietplanten zo groot als een volwassenen persoon. Plukken, drogen en..... uitdelen ! Tja... wij zijn hier voor de sport zenne !
Dag 1 : Van Besi Sahar naar Bahundanda
Te pas en te onpas worden we ermee om de oren geslagen, maar we nemen geen gids en/of geen dragers. We willen op eigen houtje over de pass geraken. Een serieuse test voor de fysiek, het uithoudingsvermogen of hardnekkige koppigheid voor een ongetrainde ziel als ik. Ik haat zweten. Tenzij het in de sauna is. Ik vrees dat ik niet goed weet waaraan ik begin maar daz misschien mijn redding. We zien wel ! En vooral.... we hebben massa's tijd, geen schema, geen plannen.
We zijn nog maar pas vertrokken en lopen al een paar keer verloren. Als dat maar goed komt. Het pad kronkelt op en neer langs gezellige Gurung dorpjes temidden van groene rijst terrassen en subtropische bossen aaneengeregen door ijzeren hangbruggen over rustig stromende rivieren. Er is nergens lawaai. Enkel de natuur en 2 wandelaars. We houden halt in Bahundanda en slapen in ons eerste bedje op deze trekking in een super gezellig guesthouse. Een beetje primitief maar de ontvangst is warm en het is leuk om te proeven van het dagelijkse leven van eenvoudige Nepalese boeren.
zaterdag 18 december 2010
Besi Sahar
Volgens de Lonely Planet zou er een weg aangelegd zijn tot halfweg Besi Sahar maar daar is weinig van te merken. De weg is hobbelig, stoffig en bochtig en we komen slechts moeizaam vooruit. We arriveren net voor het donker en nemen een kamer recht tegenover de plek waar de bus tot stilstand komt. We willen een bed ! We zijn moe en willen morgenvroeg fris zijn om onze trekking te starten : een tocht van gemiddeld 16 tot 20 dagen, rond een bergketen, de Annapurna's. De top van de hoogste berg, de Annapurna I, is 8091m hoog en is een van de hoogste passen ( 5416m ) waar je overheen kan zonder te klimmen. Het kan warm zijn. Het kan bitterkoud zijn. Het kan regenen, sneeuwen, hard waaien en -25° worden. Dat beloofd !
Katmandu : dag 2
We wandelen door Freak Street waar nog weinig sporen zijn van de hippies die ooit in deze straten en stegen woonden als een soort chinatown tussen de Nepalesen. S'Avonds worden we overgeleverd aan Phil die ons meetroont in het nachtleven van Katmandu. Een ander Katmandu dat er ook mag wezen.
Katmandu : dag 1
Rondleiding in Katmandu
We zijn nog maar een paar uur in Nepal en we ontmoeten Phil, onze vaste buur op Dour festival. Een geflipte Franse kramer met magic mushroom drankjes om uren te kunnen doorgaan en grappig klinkend Engels. Hij neemt ons op sleeptouw en neemt ons mee naar de leukste en lekkerste restaurants, leert ons de Do's and Don'ts en introduceert ons in zijn vriendenkring: jonge en oude Franse rakkers, Nepalese mafketels, plaatselijke maffia en lokale rocksterren. Welkom in Katmandu ! We spelen tot een gat in de nacht jeu de boules, drinken Pastis en roken charas. Het leven is hier mooi !
Hier zijn we weer !
Bangkok – Katmandu
We keren terug in de tijd, naar oktober.... We hebben ondertussen 2 weken Bangkokshopping achter de rug en zijn blij andere oorden te kunnen bezoeken : Nepal ! En hoe kan het ook anders : de goedkoopste vlucht die we konden vinden richting nieuw avontuur, een Bangladese kut vliegmaatschappij heeft 2 uur vertraging. TV kijken in de terminal van de luchthaven van Bangkok is nog wel ok, maar het is afwachten of onze aansluitende vlucht vanuit Dhaka naar Katmandu zal willen wachten. Vier uur later dan gepland en na een nachtelijke wandeling over de startbaan van Dhaka stappen we opnieuw op in het zelfde vliegtuig. Gelukkig voor ons werd ook deze vlucht uitgesteld en kijken de overige 245 passagiers niet te kwaad, zich onbewust van het feit dat wij de reden zijn voor deze vertraging.
Het is na middernacht, plaatselijke tijd, als we landen in de ouderwetse luchthaven van Katmandu en we zijn verbaasd als onze baggage heelhuids van de band rolt te midden van de chaos. Buiten aan de taxistand vinden we een chauffeur die niet teveel naar de drank ruikt en een redelijke prijs vraagt om ons naar DE toeristenbuurt van de hoofdstad te brengen : Thamel. Na een dolle rit door het centrum en het kalmeren van onze dol geworden medepassagier vinden we een veel te duur maar proper hotel met een vriendelijke concierge. “Hebben jullie honger? Nee ? Daz dan heel goed, want het restaurant is toch dicht !”. “En in welke munteenheid zouden jullie graag willen betalen ? Tja, daz jammer, ik aanvaard enkel roepia !”
dinsdag 26 oktober 2010
Shop till you drop - Bangkok
Onze smaaktpapillen wennen ondertussen aan spicy food, flets bier en rijst als ontbijt. En ook onze woordenschat Thais wordt weer opgefrist.
Momenteel is het low season dus de temperaturen zijn dragelijk. Af en toe schijnt de zon en het nieuws vertelt geregeld over overstromingen door de hevige regenval. Wat ons betreft : dit is ideaal shopping weer en iedere airco is een aangename afwisseling.
Ondertussen hebben we de inkopen voor King Cobra afgerond en hebben we wat vrije tijd om... opnieuw te shoppen !!! Deze keer voor onszelf : wat leuke spullen voor in huis en dingen die we thuis vergeten zijn. Kamelenvet heb ik ondertussen nog niet gevonden :-)
We doen ons af en toe te goed aan Thaise massages. In ons favouriete massagesalon staan we ondertussen bekend als Mister Plastic ( omwille van Olli's zwakke of gescheurde schouderligamenten ) en Miss Stone ( omwille van mijn stijve rugspieren en vele stressknobbels ).
Overmorgen nemen we het vliegtuig naar Katmandu via Bangladesh. Omdat het hoogseizoen is in Nepal zou een hotel vinden moeilijker kunnen zijn dan we denken. Oktober is de ideale maand om trekkingen te doen dus hebben agencies en tour operatoren alle hotels volgestouwd met avonturiers en ambitieuze expeditieleden. Dit wordt fun ! :-)
Na een paar dagen Katmandu zouden we per jeep of per bus doorreizen naar Besisahar om rond de Anapurna ( 8091m ) te trekken. Hoe en wat zien we ter plekke wel. Omdat trekken met een laptop op je rug nogal onhandig is en we slechts een minimuum aan baggage willen meenemen zullen we een tijdje niet online zijn. Geen paniek dus als je een tijdje niets van ons hoort... Wat wel in onze rugzak past ? Een trekkingsbroek, thermisch ondergoed, een fleecetrui, 3 paar kousen en 3 onderbroeken, een goeie waterdichte jas en een slaapzak. Verder een minimuum aan toiletgerief, een zakmes, wat medicijnen, een telefoon en goeie schoenen. Meer willen we niet dragen ! :-) Vele groetjes voor iedereen en tot later !
donderdag 4 februari 2010
Koh Kradan
Omdat het bijna volle maan is zijn de getijden sterk, wat snorkelen soms tricky maakt maar vooral veel spektakel oplevert. Bij eb trekt het water volledig weg en ligt de hele atol droog. Het lijkt we alsof je over land en zee terug naar Koh Mook kan wandelen.
We komen ook Belgen tegen die (toevallig of niet) vrienden van vrienden zijn. Bij deze heeft iedereen de groeten van Ward en Cindy uit Lokeren. De wereld is een dorp. En Lokeren ook ! :-)
Koh Mook
Koh Mook is een gezapig eiland met 2 toeristenstranden, basic tenten, bungalows en overdreven luxe resorts. Een groot deel van het eiland is ontoegankelijk met haar steile kliffen en limestone bergen begroeid met dichte jungle. De lager liggende heuvels brengen je via een pad door de rubberplantages van het ene naar het andere strand ( aan de andere kant van het eiland), en doorheen een bizar moslimdorp op stelten boven een moeras. Hier en daar vind je nog mangrove. Gelukkig zijn hier naast de dure fancy restaurants ook lokale eethuisjes waar je tegen een eerlijke prijs lekker Thais en spicy kan eten.
Onze eerste bungalow is een echte beestenboel. Smiddags bewoont een familie apen de boom naast onze hut en vallen de resten van vruchten en kokosnoten uit de lucht, terwijl de vleermuizen onder het dak zich nog een keertje draaien na een nachtje stappen. En snachts houden de muizen een feestje achter de muren en het plafond. Ach, als je op een eiland wil slapen dat deel is van een Nationaal Park dan hoort dit er gewoon bij. Verder ontmoeten we varanen, kikkers en een slang in de tuin voor onze hut.
We huren een kajak en varen rond de steile kliffen van het eiland. We ontdekken een kleine baai met een leuk strand, bezoeken de Viking Cave EN de Emerald Cave voor een tweede keer. We moeten wachten tot het eb wordt om met de kajak door de grot te kunnen manoeuvreren en zijn bovendien een zaklamp vergeten. Lekker spannend in het donker maar wel de moeite : deze keer hebben we de lagune voor onszelf en voelen we ons als de piraten die deze grot ontdekten om hier hun schatten te verstoppen.
We charteren ook een longtail van een visser uit het dorp om te snorkelen. Het is de kleinste longtail die we ooit hebben gezien en zijn motor lijkt op een verroeste grasmachine. De bootman spreekt geen woord Engels maar hij grijnst breed en met wat gebaren en wederzijds respect verloopt alles prima. We stippelen zelf een trip uit en varen naar Koh Ha, Koh Chuak en Koh Kradan. Het snorkelen is super en we zien zowat alles wat we zouden zien bij het duiken. Bovendien is Koh Kradan een nationaal park. Zowel de onder- als de bovenwater fauna en flora worden beschermd wat te zien is in grote scholen reuzevis ( gigantische pufferfish !!) en een enorme variëteit aan koraal. We zijn volledig onder de indruk en beslissen om later terug te keren.
We proberen een duik te versieren maar er zijn niet genoeg kandidaten dus schuilen we overdag in de schaduw van de bomen op het strand, zoeken verkoeling in de zee en doen wat Pilates oefeningen om onze buikspieren scherp te houden. En we sluiten de dag af met een zonsondergang en een lekkere curry in ons favoriete famillierestaurant.
zondag 24 januari 2010
Koh Ngai
Koh Lanta
Zoals de 'echten' spreken we op een avond na het duiken af in de O-Zone, de hangaround pub voor duikmasters en duikinstructeurs, waar het bier en dierlijke behoeften duidelijk voelbaar zijn, waar Thaise vrouwen meestal geen vrouwen zijn en de House platter wordt met de schuivende maan. Koh Lanta is al bij al toch nog een leuke plek :-)
Maar onz dagen vakantie korten en met nog 5 eilanden in 25 dagen te gaan ( ola, this sounds like a plan ! ), moeten we een beetje opschieten. We houden het dus bij één nachtje feest !
Koh Lipe
De tijd vliegt voorbij ( zo gaat dat als je het naar je zin hebt) en al snel is het Kerstmis. We worden door Kong en Sara uitgenodigd om samen met hen en Bao ( de boatdriver) Kerstmis te vieren. Ze hebben totaal geen benul van wat Kerstmis inhoudt ( wie wel nog) maar iedereen vindt het een uitstekend excuus om een fles Sangsom met limoen te kraken en lekker Thais te eten ( authentieke gerechten die niet op de kaart staan en heter zijn dan wat de meeste toeristen aankunnen).
In ruil voor hun gastvrijheid, ons gratis verblijf, en de extra mango in de fruitsla helpen we Sara en Kong in het restaurant. We dienen af en toe op, ruimen af, nemen orders op, zetten koffie, geven de moestuin water en maken reclame voor de snorkeltrips die ze organiseren. “Tussendoor” hebben we massa's tijd en genieten we van het strand, de zee, de koraalriffen voor het eiland spelen we freesby of luieren we in de hangmat met een goed boek. Als het hard waait lenen we de kite van Kong. En als het regent kijken we dvdjes of Planet Earth reportages op de laptop. Het zal moeilijk worden om hier weg te gaan !
Duiken doen we met een kleine Thaise duikshop (vrienden van Kong). Meestal gaan we met z'n vieren op pad : de duikinstructeur ( Cheorgé de Mexicaan of Yid, de Thaise eigenaar van de shop), de boatdriver (een echte chawlee -zeezigeuner- die graag een ommetje maakt langs één van de illegale Chawlee kampen voor een fles zelfgebrouwen rijstwijn) en wij, als enige duikers. Tussen de eerste en de tweede duik meren we aan op kleine eilandjes met liefelijke stranden om er te rusten/slapen op bananenblaren, vers gevangen vis, tribal style gebarbequed, te eten en krabben te vangen. Dit is vakantie op zijn best !
Ook Nieuwjaar vieren we in stijl. Naast ons bescheiden tentje kamperen nu ook vrienden van Kong en Sara. We leren een mondje Thais bij, spelen met hun kinderen en helpen met z'n allen een handje mee want voor Kong en Sara zijn dit dé hoogdagen van het seizoen. Vanaf 7 uur s'ochtends zijn alle tafeltjes van het restaurant doorlopend volzet, tot een gat in de nacht. Sara komt de keuken niet meer uit en van een middagpauze is al lang geen sprake meer. Dus eten we op het balkon van het restaurant, maken zelf ons ontbijt en verstrooien Kong en Sara vanuit het deurgat naar de keuken. Ook op oudejaar staat Sara in de keuken. Niet alleen voor de gasten maar ook voor ons. We shuiven mee aan tafel bij Kong en Sara en hun vrienden en worden verwend met vers gebakken vis, yellow sweet and sour curry, gestoomde schelpen, tijgergarnalen en verse krabben in overvloed. Er wordt gegeten en gevreten, gewezen en gelachen ( daz de enige taal die iedereen aan tafel begrijpt ), we tellen samen af en steken een hoop vuurwerk aan. De buren zien het grootser en steken hun restaurant bijna in de fik door een slecht gerichte vuurpijl. Met de tv op de achtergrond en een televisie-vredesboodschap voor iedere denkbare religie wordt een oud flesje whiskey geopend en drinken we tot ieders oogjes rood en halfopen hangen. De Thai kruipen onder de klamboe (muskietennet) terwijl wij nog een stapje zetten in Jack's Jungle Bar waar we nog es klinken met Westerse vrienden. De volgende dag zijn we veel te moe, veel te voos en veel te lui dus hangen we een dagje voor onze laptop en bekijken de ene animatiefilm na de andere.
Na 12 dagen op de grond slapen, naast de muziek van het restaurant, missen we een beetje privacy. We reizen door met een dubbel gevoel. Enerzijds zijn er nog zovele eilanden die we willen bezoeken en onze nieuwschierigheid drijgt ons weer op pad. En anderzijds lijkt het stom een plek achter te laten waar je het zo naar je zin hebt. Ach ... we komen de volgende keer gewoon terug !
zaterdag 16 januari 2010
Koh Lipe
De tijd vliegt voorbij ( zo gaat dat als je het naar je zin hebt) en al snel is het Kerstmis. We worden door Kong en Sara uitgenodigd om samen met hen en Bao ( de boatdriver) Kerstmis te vieren. Ze hebben totaal geen benul van wat Kerstmis inhoudt ( wie wel nog) maar iedereen vindt het een uitstekend excuus om een fles Sangsom met limoen te kraken en lekker Thais te eten ( authentieke gerechten die niet op de kaart staan en heter zijn dan wat de meeste toeristen aankunnen).
In ruil voor hun gastvrijheid, ons gratis verblijf, en de extra mango in de fruitsla helpen we Sara en Kong in het restaurant. We dienen af en toe op, ruimen af, nemen orders op, zetten koffie, geven de moestuin water en maken reclame voor de snorkeltrips die ze organiseren. “Tussendoor” hebben we massa's tijd en genieten we van het strand, de zee, de koraalriffen voor het eiland spelen we freesby of luieren we in de hangmat met een goed boek. Als het hard waait lenen we de kite van Kong. En als het regent kijken we dvdjes of Planet Earth reportages op de laptop. Het zal moeilijk worden om hier weg te gaan !
Duiken doen we met een kleine Thaise duikshop (vrienden van Kong). Meestal gaan we met z'n vieren op pad : de duikinstructeur ( Cheorgé de Mexicaan of Yid, de Thaise eigenaar van de shop), de boatdriver (een echte chawlee -zeezigeuner- die graag een ommetje maakt langs één van de illegale Chawlee kampen voor een fles zelfgebrouwen rijstwijn) en wij, als enige duikers. Tussen de eerste en de tweede duik meren we aan op kleine eilandjes met liefelijke stranden om er te rusten/slapen op bananenblaren, vers gevangen vis, tribal style gebarbequed, te eten en krabben te vangen. Dit is vakantie op zijn best !
Ook Nieuwjaar vieren we in stijl. Naast ons bescheiden tentje kamperen nu ook vrienden van Kong en Sara. We leren een mondje Thais bij, spelen met hun kinderen en helpen met z'n allen een handje mee want voor Kong en Sara zijn dit dé hoogdagen van het seizoen. Vanaf 7 uur s'ochtends zijn alle tafeltjes van het restaurant doorlopend volzet, tot een gat in de nacht. Sara komt de keuken niet meer uit en van een middagpauze is al lang geen sprake meer. Dus eten we op het balkon van het restaurant, maken zelf ons ontbijt en verstrooien Kong en Sara vanuit het deurgat naar de keuken. Ook op oudejaar staat Sara in de keuken. Niet alleen voor de gasten maar ook voor ons. We shuiven mee aan tafel bij Kong en Sara en hun vrienden en worden verwend met vers gebakken vis, yellow sweet and sour curry, gestoomde schelpen, tijgergarnalen en verse krabben in overvloed. Er wordt gegeten en gevreten, gewezen en gelachen ( daz de enige taal die iedereen aan tafel begrijpt ), we tellen samen af en steken een hoop vuurwerk aan. De buren zien het grootser en steken hun restaurant bijna in de fik door een slecht gerichte vuurpijl. Met de tv op de achtergrond en een televisie-vredesboodschap voor iedere denkbare religie wordt een oud flesje whiskey geopend en drinken we tot ieders oogjes rood en halfopen hangen. De Thai kruipen onder de klamboe (muskietennet) terwijl wij nog een stapje zetten in Jack's Jungle Bar waar we nog es klinken met Westerse vrienden. De volgende dag zijn we veel te moe, veel te voos en veel te lui dus hangen we een dagje voor onze laptop en bekijken de ene animatiefilm na de andere.
Na 12 dagen op de grond slapen, naast de muziek van het restaurant, missen we een beetje privacy. We reizen door met een dubbel gevoel. Enerzijds zijn er nog zovele eilanden die we willen bezoeken en onze nieuwschierigheid drijgt ons weer op pad. En anderzijds lijkt het stom een plek achter te laten waar je het zo naar je zin hebt. Ach ... we komen de volgende keer gewoon terug !
zaterdag 9 januari 2010
Koh Rong
donderdag 7 januari 2010
Sihanoukville
Het strand loopt vol locals die je de oren van het lijf zagen met zonnebrillen, handdoeken, sjaals, armbandjes, en vers fruit. De eigenaar van de bar waar wij een strandstoel kiezen ( wat een luxe ) heeft een aapje als huisdier. Het speelse ( en soms vervelende ) beest jaagt niet alleen de verkopers weg maar bovendien is zijn ketting net niet lang genoeg om ons te koeioneren. Dus genieten wij in alle rust van het strand :-)
De volgende drie dagen huren we een moto en rijden we naar het nabijliggende en rustige strand van Otres. Ook hier staat de kustlijn vol restaurants en bars maar het strand is leeg én paradijslijk. Met een mondje Cambodiaans en een brede glimlach weten we de gastheer en -vrouw van onze favouriete strandbar te charmeren en worden we verwend met strandstoelen, gratis hapjes en hun gezelschap om samen van de zonsondergang te genietgen. Het enige wolkje aan de hemel is het feit dat onze visa's nog steeds niet vrijgegeven zijn. Dus maken we nog maar een uitstapje naar Koh Rong.
zaterdag 2 januari 2010
Van Phnom Penh naar Sihanoukville
Bij deze heb ik jullie toch een sappig busverhaal gepresenteerd !
Maar zoals ik al zei... deze keer hadden we geluk en raakten zonder problemen in het busstation. Het station verlaten daarentegen was een andere zaak. We werden een paar kilometer lang achtervolgd door hardnekkige tuktuk drivers die buitensporige prijzen vroegen. Toen die uiteindelijk toch afdropen bleker er nergens meer tuktuks te bespuren waardoor we een heel eind moesten stappen onder een moordende zon en met een loodzware rugzak, voordat een brave driver ons toch naar het strand wou brengen. Soms ben je beter iets minder koppig en betaal je de toeristenprijs met een glimlach.
Nog meer Phnom Penh
Phnom Penh
Olli gaat op pad, terwijl op de pot hang, en vindt een goeie dokter die Engels spreekt, een apotheek met internationale medicijnen EN de juiste pilletjes. Phom Penh ( en Olli ) is de max !
We veranderen van hotel, omdat ziek zijn in een kale kamer en een vieze badkamer je nog mottiger doen voelen en ruilen voor een ruime kamer met veel licht, een propere badkamer en een leuk terras. Ziekzijn in stijl :-) In plaats van 3 dagen blijven we 10 dagen. Niet omdat Phom Penh zo fantastisch is maar de minister die de extentie van onze Cambodiaanse visas moet goedkeuren is met vakantie. Een plaatsvervangend beambtenaar is er niet en onze paspoorten recuperen zonder stempel lukt ook al niet want die liggen achter slot en grendel. We vullen onze dagen met het bezichtigen van het koninklijk paleis en zijn zilveren pagoge, het nationaal museum en het Tuol Sleng Museum. Een voormalige school die in 1975 door Pol Pot en de Khmer Rouge tot gevangenis en martelcomplex werd omgevormd. Naast de cellen ( in de staat zoals ze gevonden werden ), de marteltuigenen, en een paar graven vind je er duizenden portretten. De Khmer Rouge hield nauwgezet foto's en dossiers bij van de 20000 mannen, vrouwen en kinderen die werden uitgehongerd, doodgemarteld of afgemaakt op de killing fields. Niet meteen een plek waar je happy wordt maar dankzij dit bezoek begrijpen we de Cambodiaanse geschiedenis een beetje beter. We begrijpen waarom we zo weinig oude(re) mensen op straat zien. Waarom de gemiddelde leeftijd rond de 20 ligt. En we begrijpen de zwaarte die je soms voelt in het contact met Cambodianen. Wil je met hen praten, dan moet je eerst een muur door. Maar win je hun vertrouwen of breng je hen aan het lachen ( wat trouwens niet zo moeilijk is ) dan bloeien ze helemaal open. Het wordt steeds makkelijker om met mensen in contact te komen. Ze vertellen ons over de Vietnamezen en de Amerikanen die tijdens de oorlog de natuurlijke rijkdommen van het land plunderden. De Thai en vooral de Chinezen die shops, belangrijke tolwegen, bruggen, wisselkantoren... in handen hebben waardoor ze nog rijker worden en het de gewone man in de straat niet lukt zijn levensstandaard omhoog te krikken. We leren over de Europeanen die met duizenden tewerkgesteld zijn in NGO's, organisaties rond voedselhulp, gezondheidszorg, mensenrechten, dierenrechten.... duur betaalde jobs waarmee Cambodianen de rijst op tafel kunnen betalen. Goedbedoelde hulp vanuit het buitenland is niet altijd even goed. Voila, zo hoor je eens de andere kant van de medaille.
Verder verprutsten we onze tijd en geld met leuke dingen, door het ondergaan van voet- , rug- en bodymassages. Mens dat doet deugd na een vermoeiende dag niets doen. We worden weer puber in het Luna Park en laten ons volledig gaan in een 4D halloweenritje. We eten triple choco crunch ijsjes met extra slagroom. Kuieren op de dijk langs de Mekong. Ontbijtne op ons terras met verse mango en watermeloen. En zappen vanuit onze luie zetel op 50 verschillende kanalen. De geloofwaardigheid van de Lonley Planet, de reisbijbel voor backpackers, zakt helemaal onder nul als we een kijkje gaan nemen in het fel aangepreze toeristiche walhalla van Phnom Penh. Een slopenwijk op stelten boven een half dichtgegooid meer vol afval en stinkend water, afschuwelijk dure prijzen en opdringerige locals. Dè grootste 'tourist trap' die ik tot nu toe gezien/doorzien heb. Ons appartement ligt in een gezellige buurt waar veel falang werken en wonen. Er zijn loungy bars, Westers geïnspireerde restaurants uitgebaat door Cambodianen met smaak, stijlvolle massagesalons, een hypermodern fitnesscentrum op de bovenste verdieping van het hoogste gebouw in de stad ( s' avonds is het uitzicht over Phnom Penh adembenemend ) en rondom levendige Cambodiaanse wijken waar je lekker en goedkoop kan eten in de fel verlichte eetstalletjes op straat. De Cambodianen weten ons hart steeds meer te veroveren.
Van Ban Lung naar Phnom Penh
Wegens een defect wordt de luxebus vervangen door een veel te klein knarsend oud busje. Er wordt ons echt geen luxe gegund op deze reis :-) Om plaats te besparen wordt, op de laatste zitjes in de bus, de bagage tot tegen het plafond gestapeld. En telkens de chauffeur bruks remt, krijgen de ongelukkige passagiers op de voorlaatste rij een paar kilo's bagage in hun nek. Grote zakken uien, een gigantisch traktorwiel en ander bouwmateriaal worden in de middengang geschoven. Onze trekkingskompaan, een stevige Duitser met lange benen, moet net als wij boven de wielen plaatsnemen ( waar je bijna geen beenruimte hebt ) en de hitte van de wielen door de weggeroeste bodem op je vel brandt. Bovendien moet hij zijn stoel delen met een oudere man en zijn kleinzoon. Zo te zien hebben wij oerechance vandaag. Nog meer mensen moeten opstappen. Sommigen krijgen krukjes om tussen de boodschappen in de middengang te zitten. Anderen moeten 12 uur rechtstaan. Maar niemand maakt een probleem en al gauw zie je overal knikkende hoofden en slapende mensen terwijl de bus heen en weer schokt over de aarden wegen. Bij ons zou zoiets ondenkbaar zijn !
Van Kratie naar Bang Lung
De eerste dag rijden we achterop een mototaxi naar Ta Veng, het einde van de Cambodiaanse beschaving. Van hieruit is transport over de weg niet meer mogelijk ( er zijn geen zegen meer ! ) en gebeurt alles per boot. Dus varen we stroomopwaars met een lokale vissersboot het nationaal park binnen. s' Avonds logeren we bij een minderheidsgroep, de Kreug. Hun dorp, 5 hutten, een paar kippen en een paar hongerige zwijnen, ligt langs een zijtak van de Mekong ( de Tonlé Sap ) en duidt de grens van park aan. Ondanks het verbod, trekken de dorpelingen het park binnen om er rubber te winnen, te jagen en bomen te kappen. Een handvol rangers is nauwelijks in staat het gigantische park te beschermen. Of is dit het werk van de rangers zelf ?
De dorpelingen zijn niet onvriendelijk en toch voelen we ons niet meteen welkom tussen deze mensen. Zijn ze gewoon verlegen ? Worden onze verwachtingen over een hartelijk onthaal als “westerling” ons pijnlijk duidelijk ? En wie is nu eigenlijk de toeristische attractie ?
Feit is dat onze aanwezigheid een duidelijke impact heeft op het leven van deze mensen. De traditioneel geblokte sjaals die dienst doet als lendendoek, kleed, hoofddoek, draagstoel voor baby's, enzovoort, heeft plaatsgemaakt voor hippe jeansbroeken, gsms en namaak spullen van Louis Vitton en andere grote merken. In dorpen dieper in de jungle leven etnische stammen naakt en zonder voorzieningen ( water, electriciteit... ). We hopen dat het bier en de plastic rommel, die met kratten tegelijk vanuit Ta Veng werd meegenomen, niet gekocht werden met onze homestay bijdrage. We koken op een houtvuur tussen de zwijntjes en wassen ons, net als de dorpelingen, in de rivier. Een snelstromende en ijskoude bruine stroom water. Om 21 uur ligt iedereen vanuit zijn hangmat te luisteren hoe de geluiden vanuit de hutten zich mengen met de lokroepen uit de jungle. Het wordt een koude nacht.
Dag 2 staan we vroeg op en varen nog dieper de jungle in. Met een kom rijst achter de kiezen lopen we 4 uur doorheen dicht begroeid bladergeweld, bamboebossen waaruit tunnels zijn gehakt ( net groot genoeg om doorheen te kruipen ) en af en toe open zonnige steppes met hoog gras en gigantische omgevallen bomen. De begroeiing is soms zo dicht dat je elkaar op minder dan 10 meter niet meer kan zien. Je mag elkaar niet uit het oog verliezen en er wordt een stevig tempo aangehouden. Met onze bagage zo hoop mogelijk boven het hoofd steken we een rivier over en volgen een stuk van het Ho Chi Min trail. Een pad dat tijdens de Vietnamoorlog werd gebruikt om goederen en wapens te smokkelen. Vroeger moeten er jeeps over dit pad gereden hebben. Nu is het pad soms nauwelijks herkenbaar en begaanbaar door omgevallen bomen en de allesverslindende jungle. Lunchen doen we aan een waterval waar we elkaar, voor een zoveelste keer, op bloedzuigers checken ( ik haat die beesten ) en onze bezwete lijven verkoelen met een duik in een poel, onderaan de waterval. We eten ( opnieuw ) rijst en maken een stijle klim doorheen het mooiste stuk van deze trekking. We klimmen over de wortels van honderdjarige oude reuzebomen en krijgen af en toe een vergezicht te zien over bergen vol ondringbaar junglegeweld. Op een open plekje naast een rivier en onder het hoge dikke bladerdak van deze bomen hangen we onze hangmatten op om rond het kampvuur ... rijst te eten. Een hoop levendige gedachten aan alle bloedzuigers, spinnen en duizenden mieren die de grond onder mijn hangmat veranderen in een knetterende zwarte zee, houden me uit mijn slaap. Doorheen het bladerdak zie ik de maan over de hemel schuiven. En terwijl ik in de verte een sambar hoor blaffen, val ik uiteindelijk toch in slaap. Dit is de echte jungle !
s' Morgens worden we gewekt met het geluid van gibons en junlgekippen. We breken het kamp op, koken water uit de rivier als drinkwater en hijsen onze rugzak weer op onze rug. Elk draagt zijn eigen water, een hangmat met muskietennet, 2 dekens en persoonlijke spullen. Een aardig gewicht dat zwaarder lijkt te wegen bij elke gezette stap. We volgen een ander pad terug, lopen verloren, en komen na wat zoeken terug op het Ho Chi Min pad, dat ons na 5 uur stappen opnieuw uit de jungle leidt.
Ik ben blij als ik na een bumby rit op de rivier en de moto, met veeeeel zeep, het junglezweet van mijn lijf was, en kan slapen in een ECHT bed.
Aan de ontbijttafel van de volgende dag ontdekken we het ontnuchterende feit dat Olli onze medicijnkit niet meer vindt. Hij heeft hem verloren/vergeten :-) in het junglekamp. Ten vroegste in Bangkok denken we nieuwe medicijnen te kunnen kopen. Nu maar hopen dat ze niet ziek worden...