6u30 wandelen, 440m stijgen, 3680m
Van hieruit kunnen we kiezen tussen 2 routes. De weg langs Lower Pisang is iets langer maar makkelijker, een vlak pad langs de rivier in het dal. Of het pad langs Upper Pisang, een moeilijker pad dat hoog tegen de pieken van de bergen loopt maar je trakteert met prachige vergezichten op de bergen. We kiezen voor het tweede. Het eerste deel van het pad is redelijk vlak en lijkt zijn belofte van zweet en tranen niet na te komen. Pas na het dorpje Pisang begint het echte werk. Voor ons doemt een bijna vertikale klim van 600m op. De weg zigzagt moeizaam omhoog en lijkt wel eindeloos. Voor het eerst moeten we naar adem happen en onze spieren zeuren door het tekort aan zuurstof. Na anderhalf uur zwoegen en zweten worden we op de stoffige weg opgewacht door een oud dametje. Het lijkt wel de heks uit Sneeuwwitje maar dan veel liever. Ze verkoopt ons de lekkerste appels die we Nepal gegeten hebben. Met het extra gewicht in onze rugzak klimmen we nog een hele eind verder. Eens boven krijg ik last van hoofdpijn, het eerste teken van hoogteziekte. We drinken een paar glazen water, aklimatiseren even in de zon op een terrasje en dalen een 200 m naar het volgende dorp : Ngawal. Benenden in de verte van het dal kronkelt de Lower Pisang route langs de Marsyangdi rivier. Daarboven torenen de besneeuwde toppen van de Annapruna II en IV in de winterzon, een uitzicht dat de ruige klim meer dan waard maakt. In plaats van verder te lopen naar het grotere dorp Humde blijven we in Ngawal waar je de meest basic logdes van de hele trekking vindt. De kamers zijn net groot genoeg om twee kleine bedjes te herbergen. De grauwe muren bestaan uit gedroogde modder. De bedden uit onbewerkt hout vol splinters. Er hangen plastic zeilen tegen het plafond en er is geen electriciteit. De douche staat buiten en is een houten kot vol spleten waar de ijzige wind doorheen loeit. De emmer heet water om over je hoofd te kieperen is ijskoud en uitkleden en douchen samen duren minder lang dan het aankleden. De diningroom is echter gezellig en ik waan me in een zwitserse chalet rond de houtkachel, die pas wordt aangestoken als de meeste toeristen naar bed zijn en de dragers hun plaats onder de tafels opeisen voor de nodige nachtrust.
Ik ben blij dat we dekens krijgen en kruip bibberend in bed.
woensdag 5 januari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten