3 uur wandelen, 60m stijgen, slapen op 3300m
Deze ochtend werd ik gewekt door buikkrampen en een bijhorend spurtje naar het toilet. Blijkbaar is de keuken net zo smerig als onze kamer. Dus slaan we het ontbijt over en beginnen de dag met een rustige wandeling, onderbroken door geregelde sprintjes richting bossen en struiken. Vandaag hang ik een rol toiletpapier rond mijn nek !
Olli draagt de helft van mijn rugzak maar ik heb pudding in mijn benen en steken in mijn darmen dus raken we slechts moeizaam vooruit. We stoppen in het eerste dorp op onze weg, Mungji, en nemen er ontbijt. We raken aan de praat met de uitbater over een koffie die toch wel heel erg slap is en al snel blijkt dat hij een vriend is van Phil, een franse kramer/standhouder die geregeld onze buurman is op Dour festival. We voelen ons onmiddellijk thuis bij Galibong, zijn familie en in zijn gezellige hotel ( waar het houtvuur bijna altijd brandt !! Zalig ! ) en besluiten promt te blijven. Een beetje rust voor mijn darmen zal deugd doen. Galibong gelooft ons dat dit het beste hotel, met de beste keuken van de hele vallei is. De kamers liggen rond een overdekte binnenplaats zodat de warmte van de oven van de bakkerij het hele huis kan opwarmen. De muren bestaan uit dikke lagen modder en stro tussen de verschillende verdiepingen. De inhoud van het toilet wordt gerecycleerd en via een speciale tank gebruikt als gas om op te koken en het douchewater heet te maken. Een geniaal idee zonder vreemde geurtjes.
Galibong maakt ons ook warm voor de vele alternatieve trekkings die je van hieruit kan maken dus trekken we naar Kicho Tal, een ijsmeer op 4900 m hoogte. Een betere manier om te aklimatiseren kunnen we niet bedenken en Galibongs enthousiasme laat me mijn buikkrampen even vergeten dus klimmen we voorbij het klooster de berg op. Het zicht wordt spectaculairder met iedere meter die we stijgen. De Annapurna II, IV, en III schitteren als 1 bergketen tegen een felblauwe wolkenloze achtergrond. De zon weerkaatst zo fel op de besneeuwde toppen dat een zonnebril geen overbodige luxe is. De wind geselt ons gezicht met ijskoude rukwinden en de zon dreigt bijna te verdwijnen achter de bergen. Overdag zijn de temperaturen aangenaam tot z'n 25°. Maar na zonsondergang daalt de temperatuur razendsnel onder het vriespunt. Als we veilig naar benenden willen geraken ( zonder blauwe vingers en in het laatste daglicht) dan hebben we haast. We dalen in looppas af van de smalle steile paadjes en zien hoe het landschap onder ons meter voor meter wordt opgeslokt door het duisternis en de koude.
We nestelen ons naast het houtvuur in de diningroom, schudden de koude uit ons beenderen en warmen op met ginger lemon tea en gekruide sigaartjes. De eigenaar trakteert ons een rondje en schenkt zichzelf ook een paar pinten uit waarna hij vol vuur en overgave en met rood doorlopen ogen zijn liefde voor zijn land en de nepalese cultuur verklaart. Een mooi volk ! Het vuur blijkt knetteren tot we loom en gezellig moe zijn.
zondag 9 januari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten