zondag 30 januari 2011

Dag 11 : Van Mungji naar de Milerpa Cave en terug

5u wandelen

Mijn knieën doen raar door de felle afdalingen van gisteren en mijn schoenen, broek en kousen hebben hetzelfde kleur als het stof van de berg gekregen. Als een kamelion verdwijn ik tegen de bleek gele achtergrond.
Vandaag doen we het rustiger. We blijven kletsen aan het ontbijt met een Nederlands koppel ( 2 homo's uit Rotterdam met een geweldig gevoel voor humor), Een na een deugddoende douche zetten we eindelijk aan voor een tocht naar de bekendste grot in deze streek.
We lopen een beetje verloren en vinden uiteindelijk toch een pad dat ongemakkelijk steil omhoog loopt. Naast ons in de afgrond schuift een zijtak van de Gangapurna gletsjer langzaam naar beneden.
We lopen door een magisch bos vol knoestige oude bomen. Sommige bomen zijn hol zodat je er middenin kan gaan staan. Na een open plek komen we in een herfstbos vol loofbomen waar de zon zacht doorheen schijnt. Nog hoger lopen we door een soort heide met een gigantische trap naar de verlaten huisjes van de monniken die hier wonen tijdens de zomer. We vinden de stoepa ( tempel), maar niet de grot waar de geëerde monnik Milerpa eeuwen geleden mediteerde als kluizenaar. Zijn grot is de heiligste plek in deze streek waar vele pelgrims naartoe trekken om er te mediteren en beloftes maken om ze nooit meer te verbreken. Dus vond Olli dit een goeie plek om me ten huwelijk te vragen ! Er kwamen geen ringen of witte duiven aan te pas maar ik mocht eens bijten van zijn sandwich :-) en we liepen arm in arm en met een brede glimlach terug naar de lodge.
Mukeeja, de eigenaar van onze lodge, en zijn familie waren zeer vereerd door onze verloving. Dus aten we s'avonds op kosten van de zaak, dronken we de plaatselijke likeur, Raksi ( gefermenteerde rijst met wortel ) en werden we uitgenodigd voor een rondleiding in het huis van de familie om samen in de keuken rond het vuur te zitten, buttertea en Raksi te drinken, en samen zelf gekweekte aardappeltjes te schillen als voorbereiding op de winter die voelbaar elke dag dichterbij komt. Het zoontje van de kok en zijn vrouw zit op schoot bij oma tussen maanden vol drogende appeltjes. Grootvader stopt zijn pijp met op de achtergrond een foto van zijn jonge jaren. We worden ook ingeleid in de geheimen van huisgestookte Raksi. In een aanpalend gebouwtje schuilt de stookkamer. Het plafond hangt vol drogende knoflook... en wiet. Zogenaamd om aan toeristen te verkopen. Wij weten wel beter :-) De rijst fermenteert samen met wortels of appeltjes in grote blauwe plastic vaten. Eerst krijg je een soort bitter bier dat Chang heet. In een volgend stadium krijgt je Raksi.
Vervolgens worden we meegetroond naar de plaatselijke pub om LITERS bier te drinken. De pub ziet er niet veel anders uit dan de familiekeuken in onze lodge. Dochterlief bedient de klanten. En terwijl wij, zittend op wollen matten, lege bierflessen verzamelen, kijkt vader tv en kruipt de rest van het gezin in dezelfde kamer onder dikke dekens en yakhuiden. Het is diep in de nacht als we naar huis strompelen in een pikzwarte nacht en al dan niet dronken in bed kruipen.

Geen opmerkingen: